Tussen Mijn Moeder en Mijn Vrouw: Een Onmogelijke Keuze

‘Jeroen, ik trek dit niet meer!’ Sanne’s stem trilt terwijl ze haar koffiekopje met een klap op het aanrecht zet. Het is zondagochtend, de geur van verse koffie hangt nog in de lucht, maar de spanning snijdt er dwars doorheen. Mijn moeder, die in haar ochtendjas aan de keukentafel zit, kijkt op van haar krant. Haar blik is scherp, bijna triomfantelijk.

‘Wat trek je niet meer, Sanne?’ vraagt ze, haar stem zoet, maar met een ondertoon die ik maar al te goed ken.

Sanne draait zich naar mij toe, haar ogen rood van het huilen. ‘Dit! Hier wonen, altijd op eieren lopen. Ik voel me nooit welkom. Jeroen, je moet kiezen: of we zoeken samen een eigen plek, of…’ Haar stem breekt.

Ik voel mijn maag samenknijpen. Hoe vaak hebben we deze discussie al gevoerd? Sinds mijn vader vijf jaar geleden overleed, woont mijn moeder alleen in het grote huis in Amersfoort. Toen Sanne en ik trouwden, leek het logisch om bij haar in te trekken. Het huis was ruim genoeg, en mijn moeder had gezelschap nodig. Maar nu, drie jaar later, lijkt het alsof we in een mijnenveld leven.

‘Schat,’ begin ik voorzichtig, ‘mam heeft niemand meer. Ze is eenzaam. We kunnen haar toch niet zomaar achterlaten?’

Mijn moeder zucht diep en vouwt haar krant dicht. ‘Zie je wel? Jeroen begrijpt het tenminste.’

Sanne balt haar vuisten. ‘Altijd hetzelfde liedje! Alles draait om jou en jouw verdriet, nooit om ons! Ik ben ook iemand, Jeroen. Ik wil een thuis waar ik mezelf kan zijn.’

De stilte die volgt is ondraaglijk. Ik kijk naar de foto van mijn vader op de schoorsteenmantel. Hij zou weten wat te doen. Hij was altijd de bruggenbouwer, de man die iedereen bij elkaar hield.

Die avond lig ik wakker naast Sanne. Ze huilt zachtjes in het donker. ‘Waarom kan je niet voor mij kiezen?’ fluistert ze.

‘Het is niet zo simpel,’ antwoord ik. ‘Ze heeft niemand meer.’

‘Jij hebt mij ook,’ zegt ze snikkend. ‘Maar zo voelt het niet.’

De dagen daarna worden de spanningen alleen maar erger. Mijn moeder maakt passief-agressieve opmerkingen over Sanne’s kookkunsten (‘Vroeger aten we tenminste Hollands’), over haar werk (‘Zo’n drukke baan, geen wonder dat je geen kinderen wilt’), over haar kleding (‘Vroeger droegen vrouwen gewoon een rok’). Sanne probeert het te negeren, maar ik zie hoe ze steeds verder wegzakt.

Op een avond komt ze thuis van haar werk en vindt mijn moeder in de woonkamer met een stapel verhuisdozen.

‘Wat is dit?’ vraagt Sanne verbaasd.

‘Ik dacht dat je misschien alvast wilde beginnen met inpakken,’ zegt mijn moeder zonder op te kijken van haar breiwerk.

Sanne barst in tranen uit en vlucht naar boven. Ik sta erbij en weet niet wat ik moet doen. Mijn moeder haalt haar schouders op. ‘Ze past hier gewoon niet bij ons, Jeroen.’

Die nacht besluit ik met Sanne te praten. Ze zit op bed, haar koffers half ingepakt.

‘Ik kan zo niet verder,’ zegt ze zachtjes. ‘Ik voel me hier ongewenst. Ik wil een gezin met jou, maar niet op deze manier.’

‘We kunnen toch gewoon wachten tot mam zich beter voelt?’ probeer ik voorzichtig.

Sanne schudt haar hoofd. ‘Ze zal zich nooit beter voelen zolang jij alles voor haar doet en niets voor ons.’

De volgende ochtend ga ik met lood in mijn schoenen naar beneden. Mijn moeder zit al aan tafel, haar gezicht strak.

‘Ze gaat weg hè?’ zegt ze zonder op te kijken.

‘Misschien,’ antwoord ik aarzelend.

‘Jij blijft toch wel?’ Haar stem klinkt ineens klein.

Ik weet het niet meer. Ik voel me verscheurd tussen twee vrouwen die ik allebei liefheb.

Op mijn werk ben ik afwezig. Mijn collega Bas tikt me op de schouder tijdens de lunchpauze.

‘Alles goed thuis?’ vraagt hij bezorgd.

Ik knik vaag. ‘Gedoe met mijn moeder en Sanne.’

Bas lacht schamper. ‘Je moet kiezen, man. Je bent getrouwd met Sanne, niet met je moeder.’

Die woorden blijven hangen als een echo in mijn hoofd. Die avond probeer ik met mijn moeder te praten.

‘Mam, misschien moeten we toch kijken naar een andere oplossing. Misschien kan je vaker bij tante Els logeren? Of een hobby zoeken?’

Ze kijkt me aan alsof ik haar heb verraden. ‘Dus je kiest voor háár? Na alles wat ik voor jou heb gedaan?’

‘Het gaat niet om kiezen…’ begin ik, maar ze onderbreekt me.

‘Jawel! Je kiest voor haar en laat mij alleen achter! Net als je vader!’

Ik voel woede opborrelen. ‘Dat is niet eerlijk! Jij houdt ons allebei gevangen in jouw verdriet!’

Ze barst in tranen uit en slaat haar handen voor haar gezicht.

Die nacht slaap ik op de bank. Sanne komt naar beneden en gaat naast me zitten.

‘Weet je nog hoe gelukkig we waren toen we net samenwoonden?’ vraagt ze zachtjes.

Ik knik zwijgend.

‘Ik wil dat terug, Jeroen. Maar dan moeten we samen zijn, zonder jouw moeder ertussen.’

De volgende dag belt Sanne een makelaar. Ze heeft een appartement gevonden in Utrecht, vlakbij haar werk. Ze vraagt of ik mee ga kijken.

Mijn moeder weigert te praten of te eten. Ze sluit zich op in haar kamer en laat me alleen achter met mijn schuldgevoelens.

Tijdens de bezichtiging voel ik voor het eerst sinds maanden weer hoop. Het appartement is licht, ruim en voelt als een nieuw begin.

Maar als we thuiskomen, zit mijn moeder in de woonkamer met een fles wijn en oude fotoalbums om zich heen verspreid.

‘Weet je nog hoe gelukkig we waren?’ vraagt ze terwijl ze een foto van mij als kind omhoog houdt.

Ik knik zwijgend.

‘Dat wil ik terug,’ fluistert ze.

En daar sta ik dan: tussen twee vrouwen die allebei willen dat alles weer wordt zoals vroeger – maar vroeger bestaat niet meer.

Uiteindelijk kies ik voor Sanne. We verhuizen naar Utrecht en laten mijn moeder achter in Amersfoort. De eerste weken zijn zwaar; ik slaap slecht en voel me schuldig elke keer dat de telefoon gaat en haar naam oplicht.

Sanne bloeit op in ons nieuwe huis. Ze lacht weer, maakt plannen voor de toekomst – misschien zelfs kinderen. Maar soms zie ik verdriet in haar ogen als ze merkt hoe moeilijk het voor mij is om los te laten.

Mijn moeder belt elke dag. Soms huilt ze, soms is ze boos, soms doet ze alsof er niets aan de hand is. Ik bezoek haar elk weekend, maar het voelt nooit meer als thuis.

Heb ik het juiste gedaan? Of heb ik juist alles verloren door te kiezen? Is liefde altijd kiezen tussen twee kwaden? Wat zouden jullie doen als je moest kiezen tussen je moeder en je vrouw?