Dit jaar vier ik mijn verjaardag niet – maar mijn vrienden dachten daar anders over
‘Nee, mam, ik wil écht niet dat je het zegt. Niemand hoeft te weten dat we het nu even niet breed hebben.’ Mijn dochtertje Lotte kijkt me met grote, smekende ogen aan terwijl ze haar jas dicht ritst. Buiten tikt de regen tegen het raam van onze flat in Amersfoort. Ik zucht en knik. ‘Maak je geen zorgen, lieverd. Het blijft tussen ons.’
Het is 7 maart, drie dagen voor mijn 38e verjaardag. Normaal gesproken zou ik nu al appjes sturen naar mijn vriendengroep: wie neemt de salade mee, wie bakt de taart? Maar dit jaar is alles anders. Mijn ex, Mark, heeft sinds de scheiding nauwelijks alimentatie betaald. Mijn baan als administratief medewerker bij het gemeentehuis is onzeker door bezuinigingen. De energierekening is verdubbeld. Ik heb zelfs mijn fiets moeten verkopen om de boodschappen te kunnen betalen.
‘Mam, waarom vier je je verjaardag niet?’ vraagt Lotte zachtjes terwijl ze haar rugzak omdoet. Ik glimlach flauwtjes. ‘Omdat ik het niet zo belangrijk vind dit jaar. We maken er thuis gewoon iets gezelligs van, oké?’
Ze knikt, maar ik zie de teleurstelling in haar ogen. Ze weet hoe graag ik altijd mensen om me heen heb. Hoe ik elk jaar een huis vol vrienden en kinderen heb, met schalen vol bitterballen en schaterlachen tot diep in de nacht.
Als Lotte naar school is, staar ik naar mijn telefoon. De groepsapp ‘De Bende van Vijf’ – Marieke, Sanne, Jeroen, Bas en ik – staat vol met foto’s van hun kinderen op de hockeyclub, nieuwe recepten en grapjes over het weer. Ik typ: ‘Dit jaar geen feestje bij mij, jongens. Even een jaartje overslaan.’
Binnen tien seconden verschijnt er een reactie van Marieke: ‘Huh? Waarom niet? Je verjaardag is heilig!’
Sanne: ‘Ben je ziek? Of is er iets gebeurd?’
Ik twijfel. Zal ik eerlijk zijn? Of gewoon zeggen dat ik geen zin heb? Uiteindelijk typ ik: ‘Gewoon even geen behoefte aan gedoe. Volgend jaar weer.’
Bas stuurt een gifje van een verdrietige kat. Jeroen reageert niet meteen – hij is altijd wat trager met zijn telefoon.
Ik leg mijn mobiel weg en probeer me te concentreren op mijn werkmail. Maar het schuldgevoel knaagt aan me. Alsof ik mijn vrienden afwijs. Alsof ik toegeef aan de schaamte die als een koude hand om mijn hart ligt.
’s Avonds zit ik met Lotte op de bank, een kop thee in mijn handen. Ze kijkt naar een oude aflevering van ‘Wie is de Mol?’. Mijn gedachten dwalen af naar vroeger – hoe Mark en ik samen verjaardagen vierden, hoe we samen lachten om de chaos in huis. Nu is alles stil. Alleen het getik van de regen en het zachte gesnurk van onze kat, Tijger.
De volgende dag krijg ik een telefoontje van mijn moeder. ‘Schat, waarom vier je je verjaardag niet? Je weet toch dat wij altijd komen?’ Haar stem klinkt bezorgd.
‘Mam, het komt gewoon even niet uit dit jaar,’ lieg ik.
‘Is het vanwege Mark? Of geld?’
Ik slik. ‘Nee hoor, gewoon… te druk.’
Ze zucht diep. ‘Je hoeft je nergens voor te schamen, meisje. Iedereen heeft wel eens een mindere periode.’
Maar dat wil ik niet horen. Ik wil niet zielig gevonden worden.
Op de dag van mijn verjaardag word ik wakker met een knoop in mijn maag. Lotte heeft een tekening gemaakt: ‘Gefeliciteerd mama! Jij bent de liefste!’ Ze springt op bed en kust me op mijn wang.
‘Zullen we samen pannenkoeken bakken?’ vraagt ze enthousiast.
Ik knik en probeer te glimlachen.
Rond het middaguur gaat de bel. Ik verwacht niemand – iedereen weet dat ik geen visite wil.
Als ik open doe, staan daar Marieke en Sanne met hun kinderen, Bas met een kratje bier en Jeroen met een enorme taartdoos.
‘Verrassing!’ roept Marieke uitbundig.
Ik voel hoe mijn wangen rood worden. ‘Jongens… dit was toch niet de bedoeling…’
Sanne legt haar hand op mijn arm. ‘Weet je wat niet de bedoeling is? Dat jij denkt dat je alles alleen moet doen.’
Bas tilt het kratje op het aanrecht en grijnst: ‘We hebben allemaal wat meegenomen. Jij hoeft alleen maar te genieten.’
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. Lotte springt op en neer van blijdschap.
‘Mama! Nu heb je tóch een feestje!’
De woonkamer vult zich met gelach, muziek en het geluid van spelende kinderen. Marieke heeft zelfgemaakte appeltaart meegebracht, Sanne heeft haar beroemde pastasalade gemaakt en Jeroen snijdt de slagroomtaart aan die hij bij de bakker heeft gehaald.
Tussen het geroezemoes door trekt Marieke me even apart in de keuken.
‘Waarom heb je niks gezegd?’ vraagt ze zacht.
Ik kijk naar mijn handen, voel me betrapt.
‘Ik wilde jullie er niet mee lastigvallen… Het is gewoon allemaal even veel nu.’
Ze slaat haar arm om me heen. ‘We zijn vrienden, Eva. Juist nu moet je ons laten helpen.’
Ik knik en veeg snel een traan weg.
Later op de avond, als iedereen weg is en Lotte in bed ligt, zit ik alleen aan tafel met een kop thee en kijk naar de restjes taart en lege glazen.
Mijn telefoon pingt: een berichtje in de groepsapp.
Bas: ‘Volgend jaar weer bij jou? Of zullen we er een traditie van maken dat wij alles regelen?’
Sanne: ‘Eva, je bent nooit alleen – onthoud dat!’
Ik glimlach door mijn tranen heen.
Misschien hoef ik niet altijd sterk te zijn. Misschien is kwetsbaarheid juist wat vriendschap echt maakt.
Hebben jullie ooit zo’n moment gehad waarop je dacht alles alleen te moeten doen? Of dat je je schaamde voor iets waar je eigenlijk hulp bij kon gebruiken?