De portemonnee van mijn man en mijn gouden kooi: Mijn strijd om vrijheid in een bevroren huwelijk
‘Weet je wat jouw probleem is, Eva? Je bent nooit tevreden. Je hebt alles wat je wilt, en toch kijk je altijd alsof je iets mist.’
Martijns stem galmt nog na in de keuken, terwijl hij met zijn autosleutels rammelt. Zijn woorden snijden dieper dan ik wil toegeven. Alles wat ik wil? Ik kijk naar het aanrecht, waar het dure koffiezetapparaat staat dat hij vorige maand kocht. Het blinkt, net als de marmeren vloer en de designlampen boven de eettafel. Alles glanst, behalve ik.
‘Misschien wil ik gewoon iets anders dan spullen,’ fluister ik, maar hij hoort me niet meer. De voordeur valt dicht. Stilte. Alleen het zachte gezoem van de koelkast houdt me gezelschap.
Twaalf jaar geleden was ik verliefd op Martijn. Hij was charmant, ambitieus, en zijn blauwe ogen straalden altijd als hij over zijn plannen sprak. We ontmoetten elkaar op een feestje van een gezamenlijke vriend in Utrecht. Ik studeerde psychologie, hij bedrijfskunde. Hij vertelde me dat hij de wereld wilde veroveren, en ik geloofde hem.
We trouwden jong. Mijn moeder zei dat ik voorzichtig moest zijn, dat Martijns ambities misschien groter waren dan zijn hart. Maar ik lachte haar bezorgdheid weg. ‘Mam, we houden van elkaar. Dat is genoeg.’
De eerste jaren waren spannend. Martijn werkte hard, maar we hadden het gezellig samen in ons kleine appartementje in Amersfoort. We droomden over een huis met een tuin, kinderen die op blote voeten door het gras renden. Toen kwam het geld. Martijn kreeg promotie na promotie, tot hij partner werd bij een groot consultancybureau in Amsterdam. Ineens verhuisden we naar een villa in Bilthoven, met een tuin zo groot dat ik er verdwaalde.
‘Je hoeft nooit meer te werken,’ zei Martijn toen onze dochter Sophie werd geboren. ‘Ik zorg voor alles.’
In het begin voelde dat als liefde. Maar langzaam veranderde het in iets anders. Ik werd ‘de vrouw van’. Mijn dagen vulden zich met schoolpleinpraatjes, lunchafspraken met andere moeders en het organiseren van perfecte kinderfeestjes. Alles moest kloppen: de juiste traktaties, de mooiste foto’s op Instagram, de nieuwste kleding voor Sophie en onze zoon Daan.
Maar hoe perfecter mijn leven eruitzag, hoe leger ik me voelde.
‘Waarom werk je eigenlijk niet meer?’ vroeg mijn vader laatst tijdens een familie-etentje. ‘Je was altijd zo ambitieus.’
Martijn lachte: ‘Eva hoeft niet te werken, pap. Ze heeft het goed zo.’
Ik voelde hoe mijn wangen rood werden. Niemand zag dat ik ’s nachts wakker lag, piekerend over wie ik was geworden.
Soms probeer ik met Martijn te praten over hoe ik me voel.
‘Ik wil misschien weer gaan werken,’ zei ik voorzichtig tijdens het avondeten.
Martijn keek niet op van zijn telefoon. ‘Waarom zou je dat doen? We hebben het toch goed zo? Je kunt je tijd beter besteden aan de kinderen.’
‘Maar ik mis iets… mezelf misschien.’
Hij zuchtte diep, alsof ik een lastig kind was dat weer aandacht vroeg.
‘Eva, je hebt alles wat je nodig hebt. Je moet gewoon leren genieten.’
Genieten… Hoe doe je dat als je elke dag voelt alsof je langzaam stikt?
De kinderen merken het ook. Sophie is nu tien en kijkt me soms aan met dezelfde vragende blik als vroeger mijn moeder.
‘Mama, ben je verdrietig?’ vroeg ze laatst toen we samen koekjes bakten.
Ik slikte mijn tranen weg en glimlachte geforceerd. ‘Nee hoor lieverd, mama is gewoon een beetje moe.’
Maar Sophie is niet dom. Ze ziet hoe vaak papa weg is, hoe vaak mama stil voor zich uit staart.
Afgelopen maand vond ik een briefje in haar kamer:
‘Lieve mama,
Ik hoop dat je snel weer blij wordt.
Liefs,
Sophie’
Het brak mijn hart.
De muren van ons huis voelen als een gouden kooi. Alles is mooi, alles is duur – maar niets voelt als van mij. Zelfs mijn kleding koopt Martijn voor me: ‘Dit staat je goed, Eva.’ Hij bedoelt: ‘Dit past bij het plaatje dat ik wil laten zien.’
Mijn vriendinnen merken het ook.
‘Je bent veranderd,’ zegt Anouk tijdens onze maandelijkse wijnavondjes.
‘Hoe bedoel je?’ vraag ik voorzichtig.
‘Vroeger lachte je veel meer. Je had altijd plannen, ideeën… Nu ben je zo stil.’
Ik weet niet wat ik moet zeggen. Want hoe leg je uit dat je jezelf kwijt bent geraakt zonder dat iemand het doorhad?
Soms fantaseer ik over weggaan. Gewoon vertrekken met de kinderen, ergens opnieuw beginnen – misschien terug naar Utrecht, naar een klein appartementje waar niemand iets verwacht behalve eerlijkheid.
Maar dan denk ik aan Martijns blik als hij thuiskomt en alles weg is. Aan de kinderen die hun vader missen. Aan mijn ouders die zouden zeggen: ‘We hebben het je toch gezegd.’
En aan het geld – want alles wat we hebben staat op Martijns naam. Mijn bankrekening is leeg; zelfs mijn pinpas is gekoppeld aan zijn rekening.
‘Waarom heb jij geen eigen geld?’ vroeg Anouk laatst voorzichtig.
‘Omdat… omdat het zo gegroeid is,’ stamelde ik.
Maar de waarheid is: omdat Martijn dat zo wilde. En omdat ik te lang dacht dat liefde betekende dat je alles deelt – zelfs jezelf.
Gisteren was de druppel.
Martijn kwam thuis met een nieuwe auto – voor zichzelf natuurlijk.
‘Mooi hè? Misschien kun jij er ook eens mee rijden als je boodschappen doet,’ grinnikte hij.
Ik lachte niet mee.
‘Martijn… Wanneer heb jij mij voor het laatst gevraagd wat ík wil?’
Hij keek verbaasd op van zijn telefoon.
‘Wat bedoel je nou weer? Je hebt toch alles?’
‘Nee,’ zei ik zacht maar vastberaden. ‘Ik heb jou – maar mezelf ben ik kwijt.’
Hij lachte ongemakkelijk en liep weg.
Die nacht lag ik wakker naast hem in bed, luisterend naar zijn regelmatige ademhaling terwijl mijn gedachten maalden.
Wie ben ik nog? Ben ik alleen moeder en vrouw van Martijn? Of ben ik Eva – met dromen die groter zijn dan deze villa?
Vandaag heb ik voor het eerst in jaren mijn oude laptop gepakt en gesolliciteerd naar een baan als psycholoog bij een praktijk in Utrecht. Mijn handen trilden toen ik op ‘verzenden’ klikte – maar voor het eerst voelde ik iets wat leek op hoop.
Misschien is dit het begin van mijn ontsnapping uit deze gouden kooi. Misschien kan ik mezelf terugvinden, stukje bij beetje.
Of ben ik te laat?
Wat zouden jullie doen als je moest kiezen tussen zekerheid en jezelf?