Twee oma’s, één kleinkind: Als familie vecht om de liefde van een kind

‘Je laat haar veel te veel verwennen bij die andere oma, Sanne! Ze komt altijd thuis met speelgoed en snoep, dat kan toch niet?’ De stem van mijn moeder trilt van woede aan de andere kant van de lijn. Ik sta in de keuken, mijn hand om het aanrecht geklemd, terwijl Lotte in de woonkamer zachtjes met haar poppen speelt. Mijn hart bonkt in mijn keel.

‘Mam, ik wil niet weer deze discussie. Lotte is gelukkig, dat is het belangrijkste.’

‘Gelukkig? Ze wordt uit elkaar getrokken! Je schoonmoeder probeert haar van je af te pakken, zie je dat dan niet?’

Ik zucht diep. Het is alsof ik gevangen zit tussen twee vuren. Sinds Lotte geboren is, zijn mijn moeder en mijn schoonmoeder, Els, verwikkeld in een stille oorlog. Alles draait om wie de beste oma is, wie het meeste mag betekenen voor Lotte. En ik? Ik ben de speelbal geworden, de boodschapper tussen twee vrouwen die elkaar het licht in de ogen niet gunnen.

Het begon klein. Mijn moeder, Ria, paste elke woensdag op Lotte. Ze bakte pannenkoeken, las voor uit oude kinderboeken en nam haar mee naar de kinderboerderij. Els, mijn schoonmoeder, had haar vaste dag op vrijdag. Dan gingen ze samen naar het park of knutselden ze urenlang aan de keukentafel. In het begin leek het een zegen: twee betrokken oma’s die hun kleindochter op handen dragen.

Maar al snel kwamen de eerste steken onder water. ‘Heeft Els haar nou alweer een nieuwe jas gekocht? Alsof ze niet genoeg heeft.’ Of: ‘Ria laat haar veel te laat naar bed gaan, dat is niet goed voor zo’n kleintje.’ Het sloop erin, als onkruid tussen de tegels van ons gezinsleven.

Mijn man Mark probeerde het te sussen. ‘Ze bedoelen het goed, San,’ zei hij dan. Maar hij zag niet hoe ik langzaam verscheurd raakte. Elke keer als ik een keuze maakte – wie mag Lotte ophalen van school, wie mag haar meenemen naar de Efteling – voelde het als verraad aan de ander.

Het escaleerde op Lotte’s zesde verjaardag. We hadden beide oma’s uitgenodigd voor het feestje in de tuin. De zon scheen, er waren slingers en taart, maar de spanning was om te snijden. Ria keek met samengeknepen ogen toe hoe Els Lotte een gigantische knuffelbeer overhandigde.

‘Wat een overdreven cadeau,’ siste ze tegen mij in de keuken. ‘Ze probeert je dochter te kopen.’

‘Mam, hou op alsjeblieft. Het is Lotte’s verjaardag.’

Maar het was al te laat. De sfeer was verpest. Lotte merkte het ook; ze kroop stilletjes weg met haar poppenhuis en keek me later die avond met grote ogen aan.

‘Mama, waarom zijn oma Ria en oma Els altijd boos op elkaar?’

Ik voelde iets breken in mij. Dit was niet wat ik wilde voor mijn dochter. Ik wilde warmte, geborgenheid – geen strijdveld waar zij tussenin stond.

Die nacht lag ik wakker naast Mark. ‘Ik kan dit niet meer,’ fluisterde ik. ‘Ze maken Lotte kapot met hun jaloezie.’

Mark draaide zich naar me toe. ‘Misschien moeten we duidelijke grenzen stellen.’

Maar hoe doe je dat? Hoe kies je tussen je moeder en je schoonmoeder zonder iemand te kwetsen?

De weken daarna probeerde ik het gesprek aan te gaan met beide vrouwen. Eerst met Ria, op een regenachtige middag in haar kleine flatje in Utrecht.

‘Mam, ik waardeer alles wat je voor Lotte doet, echt waar. Maar dit kan zo niet langer. Jullie ruzies maken haar verdrietig.’

Ria keek me gekwetst aan. ‘Ik wil alleen maar het beste voor haar. Maar Els… ze dringt zich overal tussen.’

‘Mam, het gaat niet om jou of om Els. Het gaat om Lotte.’

Ze zweeg even en veegde een traan weg. ‘Ik ben gewoon bang dat ik haar kwijtraak.’

Die woorden sneden door me heen. Was dit waar het allemaal om draaide? Angst om vergeten te worden?

Met Els was het gesprek niet makkelijker. In haar keurige huis in Amersfoort zat ze rechtop aan de eettafel.

‘Sanne, ik snap dat dit moeilijk is voor je,’ zei ze zachtjes. ‘Maar Ria… ze maakt me altijd zwart tegenover Lotte.’

‘Els, alsjeblieft… Jullie moeten stoppen met deze strijd. Lotte houdt van jullie allebei, maar zo raakt ze alleen maar in de war.’

Els knikte langzaam. ‘Ik zal proberen me in te houden.’

Maar woorden zijn makkelijk gezegd.

De maanden daarna bleef het sluimeren. Kleine steken, subtiele opmerkingen tijdens familiebezoekjes. Lotte werd stiller, trok zich vaker terug op haar kamer.

Op een dag kwam ze huilend thuis uit school.

‘Wat is er lieverd?’ vroeg ik bezorgd.

‘Oma Ria zei dat ik niet meer bij oma Els mag spelen…’

Mijn hart brak opnieuw. Dit moest stoppen.

Die avond riep ik Mark bij me in de woonkamer.

‘We moeten ingrijpen,’ zei ik vastberaden. ‘Voor Lotte.’

Samen schreven we een brief aan beide oma’s:

Lieve Ria en Els,
We houden van jullie en zijn dankbaar voor alles wat jullie voor Lotte doen. Maar we zien dat jullie onderlinge strijd haar pijn doet. Daarom willen we afspreken dat er geen negatieve opmerkingen meer worden gemaakt over elkaar waar Lotte bij is. We willen dat zij zich veilig voelt bij jullie allebei.
Liefs,
Sanne en Mark

Het was geen gemakkelijke stap. De eerste weken waren ongemakkelijk; Ria was afstandelijk, Els hield zich op de vlakte. Maar langzaam veranderde er iets. Ze begonnen elkaar te groeten bij het ophalen van Lotte van school, maakten zelfs een keer samen koffie terwijl Lotte speelde.

Het was geen sprookje – er bleven spanningen – maar er kwam ruimte voor iets nieuws: respect voor elkaars plek in Lotte’s leven.

Nu, jaren later, kijk ik terug op die periode met gemengde gevoelens. Ik heb geleerd dat liefde soms verstikkend kan zijn als angst en jaloezie de boventoon voeren. Maar ik heb ook gezien hoe krachtig het is om grenzen te stellen – voor jezelf én voor je kind.

Soms vraag ik me af: hoeveel families worden verscheurd door onuitgesproken angsten en onverwerkte pijn? En durven we daar eerlijk over te praten voordat het te laat is?