Oma’s Gulle Cadeaus: Hoe Mijn Gezin Op Barsten Stond

‘Waarom krijg ik van jullie nooit een PlayStation, zoals van oma?’

De stem van mijn oudste zoon, Daan, galmt nog na in de woonkamer. Zijn ogen staan fel, zijn armen over elkaar. Mijn man, Erik, kijkt me aan met die blik die zegt: ‘Dit loopt uit de hand.’

Ik slik. ‘Daan, we hebben het hier al zo vaak over gehad. Wij vinden het belangrijk dat je leert sparen en niet alles zomaar krijgt.’

‘Maar oma zegt dat jullie gierig zijn! Zij vindt dat ik alles verdien wat ik wil!’

Het is alsof iemand een mes in mijn borst steekt. Mijn eigen moeder, die altijd zo warm en zorgzaam was, zet nu mijn kinderen tegen me op. Sinds haar pensioen lijkt ze haar liefde te willen bewijzen met dure cadeaus. Het begon onschuldig: een nieuwe fiets voor Daan’s verjaardag. Maar al snel volgden een iPad, merkkleding, en nu dus die PlayStation 5. Mijn andere twee kinderen, Lotte en Bram, kijken jaloers toe. Lotte is stilletjes gaan huilen op haar kamer toen Daan zijn nieuwste cadeau uitpakte.

Erik zucht diep. ‘We moeten met je moeder praten,’ zegt hij zachtjes.

Maar hoe doe je dat? Hoe vertel je je eigen moeder dat haar gulheid ons gezin verscheurt?

Die avond lig ik wakker. Ik hoor Daan op zijn kamer gamen, hoor het zachte gesnik van Lotte door de muur heen. Ik voel me falen als moeder. Mijn gedachten razen: Had ik eerder moeten ingrijpen? Had ik duidelijker moeten zijn tegen mijn moeder? Of ben ik gewoon jaloers omdat zij dingen kan geven die wij niet kunnen?

De volgende dag besluit ik het gesprek aan te gaan. Ik bel mijn moeder op.

‘Mam, kunnen we even praten? Het gaat over de kinderen.’

Ze klinkt opgewekt. ‘Natuurlijk lieverd! Kom maar langs, dan bak ik appeltaart.’

Als ik aankom, ruikt het huis vertrouwd naar kaneel en koffie. Maar mijn hart bonkt in mijn keel.

‘Mam,’ begin ik voorzichtig, ‘het gaat niet goed thuis. Daan is boos op ons omdat jij hem zoveel cadeaus geeft. Hij luistert niet meer naar ons, hij wil alleen nog maar meer.’

Mijn moeder lacht het weg. ‘Ach joh, hij is gewoon enthousiast! Jullie waren vroeger ook zo blij met cadeautjes.’

‘Maar mam,’ zeg ik, nu met trillende stem, ‘het gaat niet om blij zijn. Hij noemt ons gierig. Hij denkt dat liefde betekent dat je spullen krijgt. En Lotte en Bram voelen zich buitengesloten.’

Ze kijkt me aan, haar gezicht betrekt. ‘Ik wilde alleen maar iets goedmaken…’

‘Wat bedoel je?’ vraag ik verbaasd.

Ze zucht diep. ‘Ik was vroeger zo druk met werken. Ik was er nooit voor jou en je broer. Nu wil ik het goed doen voor mijn kleinkinderen.’

Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. ‘Maar mam, je maakt het erger. Je verdeelt ons gezin.’

Ze kijkt weg, veegt een traan weg met haar theedoek.

‘Misschien heb je gelijk,’ zegt ze zacht.

Thuis probeer ik het gesprek met Daan aan te gaan.

‘Daan, waarom ben je zo boos op ons?’

Hij kijkt niet op van zijn spelcomputer. ‘Omdat jullie nooit iets geven wat ik wil. Oma snapt tenminste wat leuk is.’

‘Denk je dat spullen belangrijker zijn dan tijd samen?’ vraag ik voorzichtig.

Hij haalt zijn schouders op.

‘Weet je nog dat we samen naar de Efteling gingen? Of toen we gingen kamperen in Zeeland?’

Hij knikt langzaam.

‘Dat waren toch ook mooie momenten?’

Hij zwijgt even en zegt dan: ‘Ja… maar iedereen in de klas heeft zulke dingen als ik nu van oma krijg. Anders hoor ik er niet bij.’

Mijn hart breekt opnieuw. De druk van buitenaf, de vergelijking met anderen… Het is niet alleen oma’s schuld.

Erik en ik besluiten samen met mijn moeder aan tafel te gaan zitten. Ook Daan mag erbij zijn.

‘Daan,’ begint mijn moeder, ‘ik heb nagedacht over wat mama zei. Misschien heb ik het te bont gemaakt met de cadeaus.’

Daan kijkt haar boos aan. ‘Maar jij zegt altijd dat ik alles verdien!’

Mijn moeder pakt zijn hand vast. ‘Je verdient liefde en aandacht, jongen. Maar spullen maken je niet gelukkiger.’

Erik vult aan: ‘We willen allemaal dat je gelukkig bent, Daan. Maar geluk zit niet in spullen alleen.’

Het gesprek is moeizaam. Daan moppert nog dagenlang over oneerlijkheid en dat wij hem niets gunnen. Lotte en Bram blijven stilletjes jaloers.

Op een avond hoor ik Lotte zachtjes tegen Bram zeggen: ‘Misschien houdt oma gewoon meer van Daan…’

Ik kan het niet meer aanhoren en barst in tranen uit bij Erik.

‘Wat als we alles verkeerd doen?’ snik ik.

Hij slaat een arm om me heen. ‘We doen wat we kunnen. Misschien moeten we oma vragen om voortaan samen iets leuks te doen met de kinderen in plaats van cadeaus te geven.’

De volgende dag stel ik het voor aan mijn moeder.

‘Misschien kun je voortaan met alle drie iets leuks doen? Samen naar het museum of picknicken in het park?’

Ze glimlacht opgelucht. ‘Dat lijkt me heerlijk.’

Langzaam keert de rust terug in huis. De PlayStation wordt minder belangrijk als oma samen met de kinderen koekjes bakt of naar het strand gaat.

Maar de littekens blijven voelbaar. Daan blijft soms klagen dat hij minder krijgt dan anderen. Lotte vraagt zich af of ze wel evenveel waard is als haar broer.

Soms lig ik ’s nachts wakker en vraag ik me af: Hebben we het juiste gedaan? Of is onze familie voorgoed veranderd door iets wat begon als een gebaar van liefde?

Wat denken jullie? Kan te veel liefde in materiële vorm echt schade aanrichten? Of is het gewoon een fase waar we doorheen moeten?