Ik Twijfelde om Nee te Zeggen Toen Mijn Nicht Mijn Favoriete Boek Leende: Hoe Ik Het Terugkreeg

‘Heb je dat boek van Arnon Grunberg nou echt al drie keer gelezen, Eva?’ Sanne’s stem klinkt plagend, maar haar ogen glimmen van nieuwsgierigheid. We zitten in de overvolle woonkamer van mijn tante in Amersfoort, waar de geur van appeltaart en koffie zich mengt met het geroezemoes van pratende familieleden. Mijn moeder lacht, mijn vader schenkt nog eens bij, en ik voel me plotseling bekeken.

‘Ja, het is gewoon… het is mijn lievelingsboek,’ mompel ik, terwijl ik het exemplaar steviger tegen me aandruk. Het is een oude uitgave, met ezelsoren en aantekeningen in de kantlijn. Mijn veilige haven op dagen dat alles te veel wordt.

‘Mag ik hem lenen?’ vraagt Sanne ineens. Ze is mijn nichtje – nou ja, eigenlijk de dochter van mijn moeders zus, dus officieel een nicht. We zien elkaar alleen op verjaardagen en kerst, en hoewel ze altijd vriendelijk is, voel ik me nooit helemaal op mijn gemak bij haar. Ze is extravert, altijd in het middelpunt, terwijl ik liever observeer vanaf de zijlijn.

Ik twijfel. Alles in mij wil nee zeggen. Maar iedereen kijkt nu naar mij, zelfs oma stopt met praten. ‘Eh… ja, tuurlijk,’ hoor ik mezelf zeggen. Ik probeer te glimlachen terwijl ik het boek aan haar overhandig. Haar vingers glijden over de kaft en ze knikt dankbaar.

De rest van de middag voel ik me onrustig. Alsof ik iets belangrijks ben kwijtgeraakt. Mijn moeder merkt het op als we naar huis fietsen. ‘Je had ook gewoon nee kunnen zeggen, lieverd.’

‘Dat weet ik,’ zucht ik. ‘Maar het voelde zo lullig.’

De weken daarna denk ik vaak aan mijn boek. Ik stuur Sanne een appje: ‘Hoe vind je het boek?’ Ze antwoordt pas dagen later: ‘Nog niet aan toegekomen! Druk met werk en zo.’

Elke keer als ik langs mijn boekenkast loop, zie ik de lege plek. Het voelt als een gat in mijn kamer – en in mezelf. Ik probeer mezelf gerust te stellen: het is maar een boek. Maar het is niet zomaar een boek. Het is míjn boek, vol herinneringen aan slapeloze nachten en troost op donkere dagen.

Na drie maanden heb ik het gehad. Op een regenachtige woensdag besluit ik Sanne te bellen. Mijn hart bonkt in mijn keel als ze opneemt.

‘Hee Eva! Alles goed?’ klinkt haar stem opgewekt.

‘Ja… eh… Ik vroeg me af of je misschien mijn boek terug kan geven? Ik mis het best wel.’

Even blijft het stil aan de andere kant van de lijn.

‘Oh shit, ja! Sorry, helemaal vergeten. Ik heb hem ergens liggen… Wacht, ik zoek hem even.’

Ik hoor gerommel, deuren die opengaan en dichtklappen.

‘Ehm… Eva? Ik kan hem even niet vinden. Maar ik zoek verder, oké?’

Mijn maag draait om. ‘Oké… laat maar weten als je hem hebt gevonden.’

De dagen daarna hoor ik niets meer van Sanne. Mijn moeder merkt dat ik stiller ben dan normaal.

‘Wat is er toch?’ vraagt ze tijdens het avondeten.

‘Het gaat om dat boek van Sanne… Ze zegt dat ze het kwijt is.’

Mijn vader schudt zijn hoofd. ‘Daarom leen je geen boeken uit die je dierbaar zijn.’

‘Maar wat moet ik nu doen? Gewoon laten gaan?’

Mijn moeder legt haar hand op de mijne. ‘Je mag best voor jezelf opkomen, Eva. Het is jouw boek.’

Ik besluit Sanne nog één keer te appen: ‘Het betekent veel voor me. Zou je echt goed willen zoeken? Misschien kun je anders een nieuw exemplaar kopen?’

Dit keer reageert ze snel: ‘Sorry Eva! Ik snap het nu pas echt. Ik ga morgen alles overhoop halen.’

Een week later staat Sanne onverwacht voor de deur. Haar wangen zijn rood van de kou en in haar handen houdt ze een plastic tas.

‘Hier…’ zegt ze zachtjes terwijl ze het boek aan me geeft. De kaft is wat beschadigd, maar mijn aantekeningen staan er nog in.

‘Sorry dat het zo lang duurde,’ fluistert ze. ‘Ik had niet door hoe belangrijk het voor je was.’

Ik knik alleen maar en omhels haar onverwacht stevig. We lachen allebei ongemakkelijk.

Die avond blader ik door mijn boek en voel een mengeling van opluchting en verdriet. Waarom vond ik het zo moeilijk om gewoon nee te zeggen? Waarom voelde ik me schuldig om voor mezelf op te komen?

Misschien zijn familiebanden soms ingewikkelder dan we denken. Misschien leren we pas echt wie we zijn als we onze grenzen durven aangeven.

Hebben jullie ooit iets dierbaars uitgeleend waar je spijt van kreeg? Of durven jullie altijd nee te zeggen als het nodig is?