Help! Mijn schoonmoeder trekt mijn dochter voor – wat nu?
‘Waarom mag Lotte wel logeren en Emma niet?’ De stem van mijn dochtertje Emma trilt, haar grote blauwe ogen vol onbegrip. Ik slik, kijk haar aan en voel een steek in mijn hart. Hoe leg ik een meisje van zes uit dat haar oma, mijn schoonmoeder, haar minder lijkt te waarderen dan haar nichtje Lotte?
Het begon allemaal onschuldig. Mijn schoonmoeder, Truus, was altijd een warme vrouw. Ze bakte koekjes met de kleinkinderen, nam ze mee naar de kinderboerderij en was dol op voorlezen. Maar sinds mijn schoonzusje Marieke gescheiden is en weer bij haar moeder in huis woont, lijkt alles veranderd. Lotte, Mariekes dochter, is nu altijd bij Truus. En Truus lijkt ineens alleen nog maar energie te hebben voor Lotte.
‘Misschien moet je het gewoon laten gaan,’ zegt mijn man Bas als ik hem erover aanspreek. ‘Mam heeft het zwaar met Marieke en Lotte nu. Geef het tijd.’ Maar ik zie Emma’s teleurstelling elke keer als oma haar weer vergeet uit te nodigen voor een logeerpartijtje of als ze alleen met Lotte naar de Efteling gaat. En eerlijk gezegd voel ik me zelf ook steeds meer buitengesloten.
Afgelopen zondag was het weer raak. We zaten met z’n allen aan tafel bij Truus thuis. De koffie was nog niet eens ingeschonken of Truus begon enthousiast: ‘Lotte en ik gaan volgende week samen naar de dierentuin! Dat wordt zo gezellig hè, Lotte?’ Emma keek me aan, haar lip begon te trillen. Ik voelde woede opborrelen. Waarom ziet niemand wat dit met Emma doet?
Na het eten trok ik Truus even apart in de keuken. ‘Truus, mag ik je wat vragen?’ Ze keek op van de afwas. ‘Natuurlijk, lieverd.’
‘Emma voelt zich een beetje buitengesloten de laatste tijd. Ze zou het ook leuk vinden om eens iets met jou te doen.’
Truus zuchtte diep. ‘Ach meid, het is zo druk allemaal. Met Marieke die weer thuis woont… Lotte heeft me nu echt nodig.’
‘Maar Emma mist je ook,’ probeerde ik voorzichtig.
‘Ze heeft toch haar eigen moeder?’ zei Truus zacht, zonder me aan te kijken.
Die woorden bleven dagenlang in mijn hoofd rondspoken. Alsof Emma minder recht had op haar oma omdat ik er nog ben? Alsof Lotte’s verdriet belangrijker is dan dat van Emma? Ik voelde me boos, verdrietig en machteloos tegelijk.
De dagen daarna probeerde ik het los te laten, maar Emma bleef vragen stellen. ‘Waarom mag Lotte wel bij oma slapen? Waarom krijgt zij altijd cadeautjes?’ Ik merkte dat ik steeds kortaf werd tegen Bas en zelfs tegen Emma. De spanning vrat aan me.
Op een avond barstte ik uit tegen Bas. ‘Jij ziet toch ook dat dit niet eerlijk is? Waarom zegt niemand er iets van? Waarom moet Emma altijd maar begrip hebben?’
Bas haalde zijn schouders op. ‘Misschien moeten we gewoon zelf leuke dingen doen met Emma. Je weet hoe mam is als ze zich ergens op stort.’
Maar dat voelde als opgeven. Alsof ik accepteerde dat mijn dochter altijd tweede keus zou zijn.
De week erop kreeg Emma een uitnodiging voor het verjaardagsfeestje van Lotte – bij Truus thuis natuurlijk. Emma was dolblij, maar ik voelde een knoop in mijn maag. Zou ze nu eindelijk weer even bij oma mogen zijn? Of zou ze zich opnieuw buitengesloten voelen?
Het feestje verliep zoals ik had gevreesd. Truus was alleen maar met Lotte bezig, hield haar hand vast bij het uitpakken van de cadeautjes en zette haar op schoot tijdens het zingen. Emma zat stilletjes aan tafel, haar handen in haar schoot gevouwen.
Op de terugweg in de auto zei ze zacht: ‘Mama, oma vindt Lotte liever dan mij.’
Mijn hart brak. Thuis heb ik Bas aangekeken en gezegd: ‘Dit kan zo niet langer.’
Die avond heb ik een lange brief geschreven aan Truus. Geen verwijten, maar eerlijk over hoe Emma zich voelt en hoe moeilijk het voor mij is om haar verdriet te zien. Ik heb gevraagd of ze misschien eens samen iets met Emma wil doen – al is het maar een uurtje naar de speeltuin.
De volgende dag belde Truus me op. Haar stem klonk breekbaar. ‘Ik wist niet dat het zo erg was,’ zei ze zacht. ‘Ik dacht echt dat Emma het wel begreep…’
We hebben afgesproken om samen te praten, zonder kinderen erbij. Ik vertelde haar over Emma’s vragen, over mijn eigen gevoel van machteloosheid en over hoe belangrijk het is dat alle kleinkinderen zich gezien voelen.
Truus huilde. ‘Ik ben gewoon zo bang dat Lotte zich alleen voelt nu Marieke zo in de war is… Maar natuurlijk heeft Emma ook recht op haar oma.’
We spraken af dat Truus elke maand iets leuks met Emma zou doen – samen koekjes bakken of naar de kinderboerderij. En dat ze voortaan bij uitjes altijd even aan beide meisjes denkt.
Het is niet makkelijk geweest, en soms voel ik nog steeds jaloezie als ik zie hoe vanzelfsprekend het contact tussen Truus en Lotte is. Maar langzaam zie ik Emma weer stralen als oma haar ophaalt voor een middagje samen.
Toch blijft er iets knagen: waarom zijn we als familie soms zo slecht in eerlijk delen van liefde? En hoe zorg je ervoor dat elk kind zich even bijzonder voelt – ook als het leven ingewikkeld wordt?
Hebben jullie dit ook meegemaakt? Hoe gingen jullie ermee om? Wat zou jij doen als je kind zich buitengesloten voelt door familie?