Een Onverwacht Aanzoek: Spijt, Familie en de Prijs van Impulsiviteit
‘Sanne, wat heb je in hemelsnaam gedaan?’ De stem van mijn moeder trilt door de telefoon, haar woorden scherp als glas. Ik staar naar de ring om mijn vinger – een simpele gouden band, veel te groot – en voel mijn maag samenknijpen. Buiten regent het zachtjes op de grachten van Utrecht, maar binnen stormt het.
‘Mam, ik weet het niet,’ fluister ik. Mijn stem klinkt vreemd, alsof ik naar iemand anders luister. ‘Het ging allemaal zo snel. We hadden gewoon een paar drankjes…’
‘Een paar drankjes? Sanne, je kent die jongen niet eens! Hoe kun je nou ja zeggen tegen een aanzoek van een vreemde?’
Ik sluit mijn ogen en probeer terug te denken aan gisteravond. De geur van bier, het gelach in café De Bastaard, de warme hand van Brian op mijn arm. Brian – met zijn warrige haar en die lach die alles leek weg te nemen. We hadden gepraat over reizen, over dromen die nooit uitkwamen, over hoe het leven soms gewoon… vastzit.
‘Misschien was het de wijn,’ mompel ik. ‘Of misschien wilde ik gewoon even iemand zijn die niet altijd alles onder controle heeft.’
Mijn moeder zucht diep. ‘Je vader wil met je praten.’
Ik hoor het gerommel van de telefoon die wordt doorgegeven. ‘Sanne,’ klinkt de zware stem van mijn vader. ‘Dit is niet wie jij bent. Je bent altijd zo verstandig geweest. Wat is er gebeurd?’
Wat is er gebeurd? Ik weet het zelf niet eens. Ik was altijd de dochter die alles volgens het boekje deed: VWO afgerond, psychologie gestudeerd aan de UU, nooit te laat thuis, nooit een boete voor fietsen zonder licht. Maar gisteren voelde ik me leeg. Mijn relatie met Jasper was net over, mijn beste vriendin Marieke was naar Groningen verhuisd, en ik voelde me alleen in een stad vol mensen.
En toen was daar Brian.
‘Pap, ik weet het niet,’ zeg ik zacht. ‘Ik voelde me gewoon… gezien.’
‘Je moet hem nu meteen bellen en zeggen dat het niet doorgaat,’ zegt mijn vader streng.
Maar als ik ophang, kijk ik naar de ring en voel ik iets anders dan spijt – nieuwsgierigheid misschien? Of hoop? Ik besluit Brian te bellen.
‘Hey Sanne!’ klinkt zijn stem opgewekt. ‘Hoe voel je je?’
‘Verward,’ geef ik toe. ‘Brian… waarom heb je me gevraagd?’
Hij lacht nerveus. ‘Weet je nog wat je zei? Dat je altijd alles uitstelt tot het perfecte moment? Ik dacht: waarom wachten? Misschien is dit juist het moment.’
Zijn woorden raken me. Misschien had hij gelijk – misschien was dit wel het moment om iets geks te doen. Maar nu, met daglicht en de stemmen van mijn ouders in mijn hoofd, voelt alles anders.
We spreken af bij het Ledig Erf, onder de oude kastanjeboom waar we elkaar gisteren voor het eerst kusten. Hij staat er al als ik aankom, handen diep in zijn zakken.
‘Sanne,’ zegt hij zacht. ‘Ik weet dat het raar is. Maar ik voelde iets gisteravond…’
Ik onderbreek hem: ‘Brian, ik ken je niet eens echt.’
Hij knikt langzaam. ‘Dat weet ik. Maar misschien kunnen we elkaar leren kennen? Zonder druk?’
We besluiten samen koffie te drinken bij Orloff. Het gesprek is stroef in het begin; we weten allebei niet goed wat we moeten zeggen na zo’n bizarre start. Maar langzaam ontdooien we. Hij vertelt over zijn jeugd in Amersfoort, zijn ouders die gescheiden zijn toen hij tien was, zijn droom om ooit een eigen zaak te beginnen.
Ik vertel over mijn studie, mijn familie – zonder te veel details over hun teleurstelling – en over hoe verloren ik me soms voel in deze stad.
Na twee uur staan we weer buiten. De regen is gestopt; er hangt een frisse geur in de lucht.
‘Dus… wat nu?’ vraagt Brian voorzichtig.
Ik glimlach flauwtjes. ‘Misschien moeten we gewoon vrienden zijn.’
Hij knikt begrijpend, maar ik zie teleurstelling in zijn ogen.
Thuis wacht een nieuwe storm: mijn ouders zitten aan de keukentafel, mijn vader met zijn armen over elkaar, mijn moeder met rode ogen.
‘En?’ vraagt ze.
‘We blijven vrienden,’ zeg ik zacht.
Mijn vader knikt opgelucht, maar mijn moeder barst in tranen uit. ‘Sanne, je maakt me zo bang soms. Je was altijd zo stabiel…’
Ik voel me schuldig en boos tegelijk. Waarom mag ik niet één keer impulsief zijn? Waarom moet alles altijd veilig?
Die avond lig ik wakker in bed. Mijn telefoon trilt: een berichtje van Marieke.
‘Hoor dat je verloofd bent?! WTF! Bel me morgen!’
Ik lach door mijn tranen heen. Misschien is dit allemaal gewoon een verhaal dat ik later lachend zal vertellen op een feestje.
Maar de dagen daarna blijft er iets knagen. Mijn ouders behandelen me alsof ik elk moment weer iets geks kan doen; op mijn werk kijken collega’s me nieuwsgierig aan als ze fluisteren over “dat meisje met dat aanzoek”. Zelfs Brian stuurt af en toe een berichtje – vriendelijk, maar afstandelijker dan eerst.
Op een avond zit ik met mijn broer Tom op het balkon.
‘Je hebt ze wel flink laten schrikken,’ zegt hij grijnzend.
‘Ik weet het,’ zucht ik.
‘Maar weet je… misschien moest je dit wel doen om jezelf wakker te schudden.’
Ik kijk hem verbaasd aan.
‘Jij leeft altijd voor anderen, Sanne,’ zegt Tom zacht. ‘Misschien was dit gewoon jouw manier om even te voelen dat je leeft.’
Zijn woorden blijven hangen.
Langzaam begin ik mezelf weer terug te vinden – niet als de perfecte dochter of de verstandige vriendin, maar als iemand die fouten mag maken. Ik spreek vaker af met Brian; we worden echt vrienden en lachen om ons “aanzoek-avontuur”. Mijn ouders blijven bezorgd, maar leren me stukje bij beetje weer vertrouwen.
Op een dag loop ik langs de gracht en zie mijn spiegelbeeld in het water: ouder misschien, maar ook eerlijker naar mezelf toe.
Was het dom wat ik deed? Absoluut. Maar misschien moest ik wel verdwalen om mezelf terug te vinden.
Hebben jullie ooit iets gedaan waar je later spijt van had – maar dat je uiteindelijk toch verder heeft gebracht? Of ben ik de enige die soms even helemaal los moet gaan om zichzelf weer te voelen?