Een Bruiloft vol Onuitgesproken Woorden: Mijn Strijd met Mijn Schoonmoeder
‘Waarom moet alles altijd op haar manier?’ Mijn stem trilt terwijl ik de telefoon neerleg. Jacob kijkt me aan, zijn ogen vol vermoeidheid. ‘Ze bedoelt het goed, Marloes. Ze wil gewoon dat haar dochters erbij zijn.’
‘Maar Jacob, we hebben het geld niet! We zouden het simpel houden, weet je nog?’ Mijn handen beven. Ik voel de tranen prikken, maar ik slik ze weg. We zitten aan onze keukentafel in ons kleine appartement in Utrecht, omringd door dozen vol herinneringen van zijn oma. De geur van oude boeken en vergeelde foto’s hangt in de lucht.
Jacob zucht diep. ‘Ze is gewoon… ze mist haar moeder. Sinds oma dood is, probeert ze alles te controleren. Misschien moeten we haar gewoon haar zin geven.’
Ik kijk naar hem, zoekend naar steun, maar vind alleen onzekerheid. ‘En wat met ons? Wanneer mogen wij eens beslissen?’
Het begon allemaal zo eenvoudig. Jacob en ik, samen sinds onze studententijd, hadden nooit grote dromen gehad over een sprookjesbruiloft. We wilden gewoon samen zijn, misschien een klein feestje in het park, wat vrienden, familie, en daarna samen pizza eten op de bank. Het geld dat we hadden gespaard wilden we investeren in het opknappen van het appartement dat Jacob van zijn oma had geërfd – een plek vol karakter, maar met lekkende kranen en scheve vloeren.
Maar toen kwam zijn moeder, Els. Ze was altijd vriendelijk geweest, een beetje afstandelijk misschien, maar na het overlijden van haar moeder leek ze veranderd. Ze belde elke dag, bemoeide zich met elk detail. En nu wilde ze per se dat haar dochters – Jacobs halfzussen uit haar tweede huwelijk – bruidsmeisjes zouden zijn. Ze waren vijftien en zeventien, en ik kende ze nauwelijks.
‘Marloes, luister nou,’ zei Els die middag aan de telefoon. ‘Het is ook hun familie. Ze willen zo graag betrokken zijn. En ik heb al jurkjes voor ze uitgezocht!’
Ik voelde mijn maag samentrekken. ‘Els, we wilden het klein houden. We hebben niet veel geld…’
‘Ach kind, daar vinden we wel wat op! Het is toch een bijzondere dag? Je trouwt maar één keer!’
Ik wilde schreeuwen dat het míjn dag was, dat ik niet zat te wachten op roze jurken en geforceerde glimlachen van meisjes die me amper kenden. Maar ik zei niets. Ik voelde me klein, alsof ik geen recht had om iets te willen.
Die avond zat ik met Jacob op de bank. ‘Weet je nog hoe we droomden over samen schilderen? Over die oude houten vloer schuren tot hij weer glanst?’
Hij knikte zwijgend.
‘Ik wil niet dat onze bruiloft een toneelstuk wordt voor je moeder.’
Hij legde zijn hand op de mijne. ‘Ik ook niet. Maar ik weet niet hoe ik haar moet stoppen.’
De weken erna werden een waas van compromissen en ingeslikte woorden. Els regelde een locatie – een zaaltje in Amersfoort waar zij goede herinneringen aan had – en stuurde me foto’s van bloemstukken die ik nooit had uitgekozen. Mijn ouders vroegen voorzichtig of alles goed ging, maar ik lachte het weg.
Op een avond belde mijn vader me op. ‘Marloes, ben je gelukkig? Je klinkt zo… afwezig.’
Ik slikte. ‘Het is gewoon druk, pap.’
Maar de waarheid was dat ik mezelf kwijtraakte in andermans verwachtingen.
De dag van de bruiloft kwam sneller dan verwacht. Ik stond voor de spiegel in een jurk die Els had uitgezocht – te wit, te stijf – terwijl mijn moeder mijn haar probeerde te fatsoeneren.
‘Je bent prachtig,’ fluisterde ze.
‘Voelt niet zo,’ mompelde ik.
In de zaal stonden de tafels vol met bloemen die naar Els’ smaak waren geschikt. Haar dochters stonden naast me in hun roze jurken, giechelend met hun telefoons.
Jacob zag er gespannen uit toen hij me zag. Hij pakte mijn hand vast en kneep erin.
Tijdens de ceremonie voelde ik me als een figurant in mijn eigen leven. De woorden van de ambtenaar gingen langs me heen. Ik keek naar mijn vader, die me bemoedigend toeknikte.
Toen kwam het moment van de toost. Els stond op en hield een lange speech over familie, over hoe belangrijk het is om samen te zijn en tradities voort te zetten.
Ik voelde iets breken in mij.
Na afloop trok ik Jacob mee naar buiten, de frisse lucht in.
‘Dit is niet wat ik wilde,’ snikte ik eindelijk. ‘Ik voel me onzichtbaar.’
Hij keek me aan, zijn ogen vol spijt. ‘Het spijt me zo, Marloes. Ik had harder moeten zijn.’
‘Weet je wat het ergste is? Ik heb niet eens genoten van onze dag.’
We stonden daar samen, terwijl binnen de muziek doorging en Els haar gasten rondleidde alsof zij de bruid was.
‘Misschien moeten we opnieuw beginnen,’ fluisterde Jacob.
‘Gewoon jij en ik?’
Hij knikte.
We besloten die nacht om samen weg te gaan, naar het appartement van zijn oma. We zaten op de vloer tussen de dozen en dronken goedkope wijn uit koffiemokken.
‘Dit voelt meer als ons,’ zei ik zachtjes.
Jacob glimlachte voor het eerst die dag echt naar me.
De weken daarna begonnen we langzaam het appartement op te knappen. Samen schilderden we de muren, lachten om onze klunzigheid en maakten plannen voor de toekomst – onze toekomst.
Els belde minder vaak. Misschien voelde ze dat ze te ver was gegaan; misschien had ze haar eigen strijd te voeren met verlies en controle.
Soms denk ik terug aan die dag en voel ik nog steeds verdriet om wat er verloren ging – maar ook trots dat we uiteindelijk voor onszelf kozen.
Want hoeveel kun je jezelf wegcijferen voor familie? En wanneer is het tijd om je eigen stem te laten horen?