De ketenen van liefde: Hoe ik mijn vrijheid verloor door mijn zoon en schoondochter te helpen

‘Anja, alsjeblieft, je bent de enige die ons kan helpen!’ De stem van mijn zoon Daan trilt aan de andere kant van de lijn. Ik staar naar het scherm van mijn telefoon, de woorden echoën in mijn hoofd. Mijn hart bonkt in mijn borstkas. Het is een regenachtige dinsdagavond in Utrecht, en ik zit alleen aan de keukentafel. Mijn handen trillen lichtjes terwijl ik de mok thee vasthoud.

‘Mam, hoor je me?’ vraagt hij nogmaals, nu zachter. Ik slik. ‘Ja, Daan. Ik hoor je.’

Hij vertelt over de schulden die zich opstapelen, over zijn baan die hij net is kwijtgeraakt bij het architectenbureau, over Lisa – zijn vrouw – die zwanger is van hun tweede kind. ‘We kunnen de hypotheek niet meer betalen. We dreigen ons huis kwijt te raken.’

Ik voel een steek van schuld en verdriet. Daan is altijd mijn alles geweest. Na het overlijden van zijn vader, toen Daan nog maar twaalf was, heb ik alles opzijgezet voor hem. Mijn eigen dromen – een reis naar Italië, schilderlessen volgen, misschien zelfs een nieuwe liefde vinden – verdwenen naar de achtergrond. Alles draaide om hem.

‘Mam, alsjeblieft…’

Ik weet dat ik niet veel spaargeld heb. Maar wat ik heb, is voor hem. ‘Hoeveel hebben jullie nodig?’ vraag ik uiteindelijk.

‘Twintigduizend euro,’ zegt hij schor.

Het bedrag slaat in als een bom. Mijn pensioenpotje, waar ik jarenlang zuinig voor heb geleefd, is in één klap weg als ik dit doe. Maar wat moet ik anders? Mijn zoon op straat laten belanden?

‘Ik regel het,’ fluister ik.

De dagen daarna voel ik me leeg en gespannen. Ik loop door de Albert Heijn met een boodschappenlijstje dat steeds korter wordt; geen luxe meer, alleen het hoognodige. Mijn collega’s op de basisschool merken dat ik stiller ben dan anders.

‘Gaat het wel goed met je, Anja?’ vraagt Marijke tijdens de lunchpauze.

Ik glimlach flauwtjes. ‘Gewoon wat zorgen thuis.’

’s Avonds lig ik wakker in bed. Mijn gedachten razen: Wat als Daan het geld niet terug kan betalen? Wat als ik straks zelf in de problemen kom? Maar telkens zie ik zijn gezicht voor me, als kleine jongen die zijn vader verloor, die altijd zo afhankelijk was van mij.

Een week later maak ik het geld over. Daan en Lisa komen langs met bloemen en taart. Lisa omhelst me stevig. ‘Je bent een engel, Anja. Echt.’

Daan kijkt me aan met vochtige ogen. ‘Ik weet niet hoe ik je ooit kan terugbetalen.’

‘Dat hoeft niet,’ zeg ik snel, maar diep vanbinnen hoop ik dat hij het wel doet.

De maanden verstrijken. Daan vindt een nieuwe baan, Lisa bevalt van een gezonde dochter – Sophie. Ze nodigen me uit voor kraamvisite in hun opgeknapte huis in Leidsche Rijn. Alles lijkt goed te komen.

Maar dan begint het te wringen. Ik merk dat ze minder vaak bellen. Als ik voorstel om samen iets te doen, hebben ze altijd wel een excuus: druk met werk, druk met de kinderen.

Op een dag zie ik op Facebook foto’s van hun vakantie naar Frankrijk – een vakantie waar ze mij niets over verteld hebben. Ik voel me verraden en buitengesloten.

Tijdens een familie-etentje bij mij thuis probeer ik voorzichtig het onderwerp geld aan te snijden.

‘Daan, hoe gaat het eigenlijk met de financiën? Hebben jullie al een plan om…’

Hij onderbreekt me geïrriteerd: ‘Mam, kunnen we het alsjeblieft niet over geld hebben? Het is nu eindelijk gezellig.’

Lisa kijkt weg en prikt in haar salade.

Na afloop blijf ik alleen achter met de vuile borden en een knoop in mijn maag. Was dit waarvoor ik alles heb opgeofferd?

De weken daarna probeer ik afstand te nemen. Ik ga weer schilderen in het buurthuis, maak wandelingen door het Griftpark en probeer nieuwe mensen te ontmoeten. Maar telkens als de post komt en ik mijn bankafschriften zie, voel ik spijt en boosheid opborrelen.

Op een avond belt mijn zus Ingrid.

‘Anja, je moet beter voor jezelf zorgen,’ zegt ze streng. ‘Je hebt altijd alles voor Daan gedaan, maar wanneer denkt hij eens aan jou?’

Ik snik zachtjes. ‘Misschien ben ik gewoon niet belangrijk genoeg.’

‘Dat is onzin! Je bent zijn moeder, geen bank.’

De woorden blijven hangen.

Op een zondagmiddag besluit ik onverwachts bij Daan langs te gaan. De kinderen spelen in de tuin, Lisa zit op haar telefoon en Daan staat te barbecueën met vrienden.

‘Mam! Wat leuk dat je er bent,’ zegt hij vluchtig, zonder echt aandacht te geven.

Ik voel me ongemakkelijk tussen de onbekende gezichten. Niemand vraagt hoe het met mij gaat.

Als ik naar huis fiets door de regen, voel ik me leger dan ooit tevoren.

’s Avonds schrijf ik een brief aan Daan:

‘Lieve Daan,
Ik heb altijd alles voor jou gedaan omdat ik van je hou. Maar nu voel ik me gebruikt en vergeten. Het doet pijn om te zien dat je verdergaat zonder aan mij te denken. Ik hoop dat je begrijpt hoeveel dit me heeft gekost – niet alleen financieel, maar ook emotioneel.’

Ik verstuur de brief niet meteen. Hij blijft dagenlang op mijn nachtkastje liggen.

Een week later belt Daan onverwachts aan.

‘Mam, kunnen we praten?’

We zitten samen aan tafel. Hij kijkt me aan met betraande ogen.

‘Het spijt me dat we zo weinig aandacht voor je hebben gehad,’ zegt hij zachtjes. ‘We waren zo bezig met onszelf… Ik besef nu pas hoeveel jij hebt opgeofferd.’

Er valt een last van mijn schouders, maar het gevoel van verlies blijft knagen.

Nu zit ik hier, maanden later, nog steeds met minder geld dan ooit tevoren – maar misschien wel met iets meer begrip van mijn zoon.

Heb ik het juiste gedaan door alles op te offeren? Of had ik eerder voor mezelf moeten kiezen? Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond?