De geur van gewone zeep

‘Pak je spullen maar, en ga naar huis. Zoek een vrouw die gewone zeep gebruikt,’ zei ik, trillend van woede en verdriet. Mijn stem galmde door de kleine keuken van ons appartement in Utrecht. Jeroen keek me aan alsof hij water zag branden. ‘Wat bedoel je nou weer, Eva?’

Ik kon het niet meer opbrengen om rustig te blijven. ‘Altijd dat gedoe om uiterlijk, om status, om wat anderen denken. Zelfs mijn zeep is niet goed genoeg voor jou! Alles moet duur, alles moet perfect. Maar weet je wat? Ik ben er klaar mee. Ik wil gewoon mezelf zijn.’

Een week geleden had ik de knoop doorgehakt. De bruiloft was afgezegd, de ringen lagen in een la, en mijn moeder had haar handen vol aan het bellen van familieleden die zich afvroegen waarom de uitnodiging ineens niet meer geldig was. Mijn telefoon stond roodgloeiend. ‘Eva, wat is er gebeurd?’ vroeg mijn zusje Marieke bezorgd. ‘Jullie leken zo gelukkig samen!’

Ik zuchtte diep en keek naar het lege bed naast me. ‘Het leek allemaal perfect, Mariek. Maar het was een façade. Jeroen… hij was niet wie ik dacht dat hij was.’

De eerste maanden met Jeroen waren als een droom. We ontmoetten elkaar op een regenachtige avond in café De Zwarte Ruiter, waar hij me trakteerde op warme chocolademelk en verhalen over zijn jeugd in Amersfoort. Hij lachte om mijn droge humor en ik vond zijn ambitie aantrekkelijk. Mijn ouders waren dol op hem – vooral mijn vader, die altijd hoopte dat ik met een “goede jongen” thuis zou komen.

Maar naarmate de maanden verstreken, begon er iets te knagen. Kleine opmerkingen over mijn kleding – ‘Zou je niet iets netters aantrekken voor het etentje bij mijn ouders?’ – veranderden langzaam in kritiek op alles wat ik deed. Mijn favoriete goedkope zeep uit de HEMA werd vervangen door dure flacons uit de Bijenkorf. ‘Dat ruikt veel chiquer,’ zei Jeroen dan, terwijl hij zijn neus ophaalde bij mijn oude geur.

Op een avond, tijdens het kerstdiner bij zijn ouders in Hilversum, barstte de bom. Zijn moeder, een vrouw met perfect gelakte nagels en een scherpe tong, keek me aan over haar brilletje. ‘Eva, lieverd, je weet dat Jeroen uit een familie komt waar bepaalde standaarden belangrijk zijn. Je begrijpt vast dat we willen dat hij gelukkig is.’

Ik voelde me klein worden aan tafel. Mijn eigen moeder probeerde het nog goed te praten: ‘Ach, Eva is gewoon zichzelf, daar houden wij juist zo van.’ Maar ik zag de blik van Jeroen – teleurgesteld, bijna beschaamd.

Die nacht lag ik wakker naast hem. Zijn ademhaling was rustig, maar in mijn hoofd raasde een storm. Was ik niet goed genoeg? Moest ik veranderen om bij hem te passen? Of was dit het moment om voor mezelf te kiezen?

De dagen daarna probeerde ik het gesprek aan te gaan. ‘Jeroen, ben je echt gelukkig met mij? Of wil je liever iemand die beter past bij jouw familie?’ Hij ontweek mijn blik en mompelde iets over “aanpassen” en “samen groeien”. Maar ik voelde dat hij liever had dat ik gewoon veranderde.

De breuk kwam onverwacht snel. Op een zaterdagochtend stond ik op het punt om boodschappen te doen toen ik zijn telefoon zag oplichten met een bericht van zijn moeder: “Misschien moet je toch iemand zoeken die beter bij ons past.” Mijn hart brak.

Ik pakte mijn spullen en vertrok naar mijn zusje in Haarlem. Daar zat ik urenlang op de bank, starend naar de regen die tegen het raam tikte.

‘Eva, wat ga je nu doen?’ vroeg Marieke zachtjes.

‘Ik weet het niet,’ fluisterde ik. ‘Ik voel me leeg. Alsof alles waar ik voor heb gevochten ineens niets meer waard is.’

De dagen werden weken. Mijn moeder belde elke dag: ‘Kom je zondag eten? Je vader maakt stamppot.’ Mijn vader probeerde me op te vrolijken met flauwe grappen: ‘Weet je wat ze zeggen over mannen als Jeroen? Die weten niet wat ze missen!’ Maar diep vanbinnen voelde ik me mislukt.

Op een avond besloot ik alles op te schrijven in mijn dagboek:

“Lieve Eva,
Je hebt gekozen voor jezelf. Je hebt losgelaten wat niet goed voelde, ook al deed het pijn. Misschien is dit het begin van iets nieuws.”

Langzaam begon ik weer adem te halen. Ik ging wandelen in het Vondelpark, dronk koffie met oude vriendinnen en vond troost in kleine dingen – de geur van gewone zeep, de warmte van een wollen sjaal, de lach van mijn nichtje tijdens een logeerpartij.

Toch bleef de twijfel knagen. Had ik niet gewoon moeten toegeven? Was liefde niet ook compromissen sluiten?

Op een dag stond Jeroen ineens voor mijn deur. Zijn ogen stonden dof en hij had donkere kringen onder zijn ogen.

‘Eva… kunnen we praten?’

Ik liet hem binnen, maar hield afstand.

‘Ik mis je,’ zei hij zachtjes. ‘Misschien heb ik fouten gemaakt…’

‘Misschien?’ vroeg ik scherp.

Hij zweeg even. ‘Ik dacht altijd dat alles perfect moest zijn. Maar zonder jou voelt alles leeg.’

Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen, maar bleef sterk.

‘Jeroen, ik kan mezelf niet verliezen om jou gelukkig te maken. Ik wil iemand die van me houdt zoals ik ben – met goedkope zeep en al.’

Hij knikte langzaam en stond op.

‘Het spijt me, Eva.’

Toen hij vertrok, voelde ik voor het eerst sinds weken rust in mijn hart.

Nu zit ik hier, met een kop thee en mijn dagboek op schoot. Soms vraag ik me af: Had ik anders moeten kiezen? Of is dit juist het begin van wie ik werkelijk ben?

Wat denken jullie? Is trouw blijven aan jezelf belangrijker dan samen zijn met iemand die je probeert te veranderen?