De naam die niet vergeten mag worden: Een strijd om traditie in mijn familie
‘Waarom wil je het niet, Ivan? Waarom is opa’s naam niet goed genoeg voor jouw zoon?’ Mijn stem trilt, maar ik probeer mijn tranen te verbergen. We zitten aan de keukentafel in mijn huis in Amersfoort, de geur van verse koffie hangt nog in de lucht. Ivan kijkt weg, zijn vingers trommelen nerveus op het tafelblad. Lejla, zijn vrouw, zit naast hem. Haar blik is zacht, maar vastberaden.
‘Mam, het is niet dat we opa niet waarderen,’ zegt Ivan uiteindelijk. ‘Maar we willen dat onze zoon zijn eigen pad kan kiezen. We willen hem een naam geven die bij ons past, bij deze tijd.’
Ik voel hoe mijn hart samentrekt. Mijn vader, Willem, was alles voor mij. Hij was de man die me leerde fietsen langs de grachten, die me troostte toen mijn moeder overleed. Zijn naam is meer dan een woord; het is een erfenis. En nu lijkt het alsof die erfenis ophoudt bij mij.
‘Jullie begrijpen het niet,’ fluister ik. ‘Het gaat niet alleen om de naam. Het gaat om wie we zijn, waar we vandaan komen. In onze familie wordt de oudste zoon altijd naar zijn grootvader genoemd. Dat is al generaties zo.’
Lejla legt haar hand op de mijne. ‘We hebben er echt over nagedacht, Marijke. Maar ik kom uit Bosnië, en in mijn familie is het juist belangrijk dat een kind een eigen identiteit krijgt. We willen onze beide culturen eren.’
Ik trek mijn hand terug. ‘En wat blijft er dan over van onze kant? Van onze geschiedenis?’
De stilte die volgt is zwaar. Buiten hoor ik de regen tegen het raam tikken, alsof zelfs de hemel met me mee huilt.
Die nacht lig ik wakker in bed. Mijn man, Henk, slaapt naast me, zijn ademhaling rustig en gelijkmatig. Ik draai me om en staar naar het plafond. Mijn gedachten razen. Zie ik spoken uit het verleden? Ben ik te koppig? Of is het juist mijn plicht om deze traditie te beschermen?
De volgende ochtend belt mijn zus, Annelies. ‘Je moet ze loslaten, Marijke,’ zegt ze zachtjes. ‘Kinderen maken hun eigen keuzes. Dat deed jij vroeger ook.’
‘Maar het voelt alsof ik alles verlies wat ons bindt,’ zeg ik snikkend.
‘Misschien moet je vertrouwen dat liefde meer betekent dan een naam,’ antwoordt ze.
De weken gaan voorbij. Ivan en Lejla komen minder vaak langs. Als ze er zijn, hangt er een ongemakkelijke spanning in huis. Zelfs kleine dingen – wie de koffie inschenkt, wie de baby vasthoudt – lijken beladen met onuitgesproken verwijten.
Op een zondagmiddag komt Ivan alleen langs. Hij kijkt moe, ouder dan zijn dertig jaar.
‘Mam,’ begint hij aarzelend, ‘ik wil niet dat we ruzie hebben om een naam.’
‘Het is niet zomaar een naam,’ zeg ik weer.
Hij zucht diep. ‘We hebben besloten hem Julian te noemen. Het is een naam die we allebei mooi vinden. Maar als tweede naam krijgt hij Willem.’
Mijn hart slaat over. ‘Echt waar?’
Ivan knikt. ‘We willen opa’s naam niet vergeten, mam. Maar we willen ook dat Julian zichzelf kan zijn.’
Ik voel tranen opwellen – van opluchting, van verdriet, van alles door elkaar.
‘Dank je,’ fluister ik.
Toch blijft er iets knagen. Als Julian geboren wordt en ik hem voor het eerst vasthoud, voel ik liefde – maar ook een leegte die ik niet kan verklaren.
Op een dag zit ik met Henk in de tuin. De zon schijnt door de wolken en Julian ligt te slapen in de kinderwagen.
‘Denk je dat ik te streng ben geweest?’ vraag ik zachtjes.
Henk kijkt me aan met zijn warme ogen. ‘Je hebt gedaan wat je dacht dat goed was voor de familie. Maar misschien is het nu tijd om te vertrouwen op wat komt.’
Ik kijk naar Julian en vraag me af: hoeveel van onze geschiedenis leeft voort in hem? Is traditie iets wat je oplegt, of iets wat je samen opnieuw vormgeeft?
Misschien is liefde wel sterker dan welke naam dan ook.
Hebben jullie ooit moeten kiezen tussen traditie en vernieuwing? Hoe ga je om met het loslaten van wat je dierbaar is?