Waar ging het mis met Marloes?
‘Waarom moet zij altijd zo aanwezig zijn?’ Mijn stem trilde terwijl ik de vaatwasser dichtduwde. Mijn dochter Sanne keek me aan, haar wenkbrauwen opgetrokken. ‘Mam, je moet haar gewoon een kans geven. Daan is gelukkig met haar.’
Gelukkig? Ik voelde mijn maag samenknijpen. Sinds Daan Marloes had meegenomen naar ons traditionele zondagse familiediner, was er een onzichtbare muur tussen ons ontstaan. Marloes, met haar felle rode haar en luide lach, paste niet in ons rustige gezin in Amersfoort. Ze praatte te veel, lachte te hard, en leek altijd iets te verbergen achter haar glimlach.
‘Ze past gewoon niet bij ons,’ zei ik zachtjes, bijna smekend. Maar niemand leek me te begrijpen. Mijn man, Henk, haalde zijn schouders op en zei: ‘Als Daan gelukkig is, moeten wij dat ook zijn.’ Maar ik zag hoe hij haar observeerde, hoe hij zijn vork net iets harder neerlegde als zij weer een verhaal begon over haar werk als tattoo-artiest.
De spanning groeide met elk etentje. Mijn moeder, oma Jannie, fluisterde tijdens het toetje: ‘Ze is niet van onze soort, lieverd.’ Sanne rolde met haar ogen en Daan werd steeds stiller. Op een avond, toen iedereen weg was behalve Marloes en ik, besloot ik het gesprek aan te gaan.
‘Marloes,’ begon ik terwijl ik de koffiekopjes op tafel zette, ‘ik weet dat je je best doet. Maar soms voelt het alsof je… alsof je niet helemaal eerlijk bent over wie je bent.’
Ze keek me aan met die grote groene ogen. ‘Wat bedoelt u?’
‘Ik weet het niet precies,’ zei ik. ‘Maar ik wil gewoon het beste voor Daan.’
Ze glimlachte flauwtjes en stond op. ‘Ik hou van hem, mevrouw Van Dijk. Meer dan u misschien denkt.’
Die nacht lag ik wakker. Was ik te hard geweest? Of beschermde ik mijn zoon gewoon tegen een vergissing?
De maanden gingen voorbij en de sfeer werd steeds grimmiger. Daan kwam minder vaak langs. Als hij kwam, was het altijd met Marloes aan zijn zijde. Ze hielden elkaars hand vast alsof ze bang waren elkaar kwijt te raken.
Op een dag belde Sanne me huilend op. ‘Mam, Daan heeft gezegd dat hij voorlopig geen contact meer wil. Hij zegt dat we hem niet accepteren zoals hij is.’
Mijn hart bonsde in mijn borstkas. Ik probeerde Henk te bellen, maar hij nam niet op. Ik liep doelloos door het huis, keek naar de foto’s aan de muur – Daan als kleine jongen op het strand van Scheveningen, Sanne met haar eerste fiets – en voelde een leegte die ik niet kende.
Die avond zat ik alleen aan tafel. De stoelen om me heen leken groter dan ooit. Ik dacht aan alle keren dat ik Marloes had afgewezen, aan de blikken van Daan als ik weer eens een opmerking maakte over haar uiterlijk of haar werk.
‘Misschien ben ik te streng geweest,’ fluisterde ik tegen mezelf.
Een week later stond Daan plotseling voor de deur. Zijn ogen waren rood van het huilen.
‘Mam,’ zei hij zacht, ‘waarom kun je haar niet gewoon accepteren? Waarom moet alles altijd volgens jouw regels?’
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik wilde hem omhelzen, hem zeggen dat ik alleen maar bang was hem kwijt te raken aan iemand die hem misschien niet genoeg zou waarderen.
‘Ik wil gelukkig zijn, mam,’ zei hij. ‘En dat kan alleen als jullie mij en Marloes accepteren zoals we zijn.’
Ik voelde tranen over mijn wangen rollen. ‘Maar wat als ze je pijn doet? Wat als ze niet blijft?’
Daan schudde zijn hoofd. ‘Dat is mijn keuze om te maken.’
Hij draaide zich om en liep weg. De deur viel zachtjes dicht achter hem.
De dagen daarna voelde het huis kouder dan ooit. Henk probeerde me te troosten, maar zelfs hij wist niet wat hij moest zeggen.
Op een avond zat ik in de tuin toen Sanne naast me kwam zitten.
‘Mam,’ zei ze voorzichtig, ‘misschien moet je gewoon eens met Marloes praten. Echt praten. Niet als moeder van Daan, maar als mens.’
Ik knikte langzaam. Misschien had ze gelijk.
Een week later nodigde ik Marloes uit voor koffie. Ze kwam alleen, zonder Daan.
‘Ik weet dat u mij niet mag,’ begon ze meteen.
Ik slikte. ‘Het is niet dat ik je niet mag… Ik ben gewoon bang om mijn zoon kwijt te raken.’
Ze glimlachte verdrietig. ‘Dat begrijp ik. Maar Daan is volwassen. Hij kiest voor mij omdat hij van me houdt, niet omdat hij tegen jullie is.’
We praatten urenlang. Over haar jeugd in Utrecht, haar moeilijke relatie met haar eigen ouders, haar passie voor kunst en waarom ze zo graag mensen mooier wilde maken met haar tattoos.
Voor het eerst zag ik haar echt – niet als indringer, maar als mens met angsten en dromen.
Toen ze wegging, voelde ik me lichter. Maar de schade was al aangericht.
Daan bleef weg. Zelfs met kerst was hij er niet bij.
Op oudejaarsavond zat ik alleen in de woonkamer toen mijn telefoon ging.
‘Mam?’ Het was Daan.
‘Ja?’ Mijn stem brak.
‘Ik mis jullie… Maar ik kan niet terugkomen als jullie Marloes blijven afwijzen.’
Ik huilde stilletjes terwijl het vuurwerk buiten losbarstte.
Nu zit ik hier, maanden later, nog steeds zonder mijn zoon aan tafel. Ik vraag me af: waar ging het mis? Had ik meer moeten luisteren? Had ik minder moeten oordelen?
Is liefde soms niet gewoon loslaten? Of heb ik alles kapotgemaakt door te veel vast te houden aan wat ooit was?
Wat zouden jullie doen als je in mijn schoenen stond? Is het ooit te laat om fouten goed te maken?