Mijn Dochter Verwoestte Mijn Vriendschap: Hoe Ik Mijn Jeugdvriendin Voor Altijd Verloor

‘Hoe kun je dit van me vragen, Marieke?’ Mijn stem trilde, mijn handen klemden zich om het aanrecht. De geur van vers gezette koffie hing zwaar in de keuken, maar alles smaakte bitter. Marieke stond tegenover me, haar ogen donker van teleurstelling. ‘Omdat ik dacht dat we vriendinnen waren, Anouk. Omdat ik dacht dat we alles deelden.’

Ik keek naar haar, mijn jeugdvriendin, de vrouw met wie ik als kind hutten bouwde in het bos achter ons huis in Amersfoort. We hadden samen gelachen, gehuild, onze eerste liefdes gedeeld. Maar nu, na al die jaren, stond er iets tussen ons wat ik nooit had kunnen voorzien: mijn dochter Emily.

Een jaar na mijn huwelijk met Bas werd Emily geboren. We spaarden nergens op; haar kamer was een paleisje, haar kleding altijd nieuw. Bas werkte veel, maar als hij thuis was, was hij de perfecte vader. Emily groeide op in warmte en liefde. Ze was slim, eigenwijs en had een lach die iedereen om haar vinger wond.

Marieke was er altijd bij. Ze was Emily’s peettante, bracht cadeautjes mee en bleef logeren als Bas weer eens op zakenreis was. Soms voelde het alsof we met z’n drieën een gezin vormden. Maar ergens onderweg veranderde er iets.

Toen Emily zestien werd, begon ze te puberen. Ze kwam laat thuis, haar cijfers kelderden en ze had geheimen. Ik probeerde streng te zijn, maar Bas vond dat ik haar moest loslaten. Marieke bemoeide zich er steeds vaker mee. ‘Laat haar ademen, Anouk,’ zei ze dan. ‘Ze is geen kind meer.’

Op een avond kwam Emily niet thuis. Mijn hart bonsde in mijn keel terwijl ik haar vrienden belde. Niemand wist waar ze was. Om twee uur ’s nachts stond ze opeens in de gang, haar mascara uitgelopen, haar jas gescheurd.

‘Waar ben je geweest?’ riep ik uit.

Ze keek me aan met die blik die ik zo goed kende – koppig en gekwetst tegelijk. ‘Bij Marieke,’ zei ze zacht.

Ik draaide me om naar Marieke, die op de bank zat alsof het de normaalste zaak van de wereld was. ‘Waarom heb je me niet gebeld?’ vroeg ik, mijn stem overslaand.

‘Ze had me nodig,’ zei Marieke kalm. ‘Ze wilde niet dat jij het wist.’

Die nacht sliep ik niet. Ik voelde me verraden – door mijn dochter én door mijn beste vriendin. De dagen daarna werd het alleen maar erger. Emily zocht steeds vaker steun bij Marieke. Ze vertelde haar dingen die ze mij niet durfde te zeggen. Marieke moedigde haar aan om haar eigen keuzes te maken, zelfs als dat betekende dat ze tegen mij inging.

De breuk kwam langzaam maar onvermijdelijk. Op een dag hoorde ik Emily fluisteren aan de telefoon: ‘Nee mam snapt het toch niet… alleen jij begrijpt me.’

Ik voelde me overbodig in mijn eigen huis.

Toen Emily haar eindexamen niet haalde, gaf ze mij de schuld. ‘Jij drukt me altijd zo,’ snauwde ze. ‘Jij wilt altijd alles controleren!’

Marieke nam het voor haar op: ‘Misschien moet je haar wat meer vertrouwen geven, Anouk.’

Het was alsof ze samen een front vormden tegen mij.

Op een avond barstte alles los tijdens een etentje bij ons thuis. Bas zat zwijgend aan tafel terwijl Emily en ik ruzie maakten over haar toekomstplannen – ze wilde een tussenjaar nemen en reizen, ik vond dat ze moest studeren.

‘Waarom mag ik niet gewoon zelf kiezen?’ schreeuwde Emily.

‘Omdat je nog niet volwassen bent!’ riep ik terug.

Marieke stond op en legde haar hand op Emily’s schouder. ‘Misschien moet je haar gewoon laten gaan, Anouk.’

Ik voelde iets breken in mij. ‘En jij dan? Ben jij nu haar moeder?’

De stilte die volgde was ondraaglijk.

Na die avond sprak ik Marieke wekenlang niet meer. Emily trok steeds verder bij me vandaan; ze sliep vaker bij Marieke dan thuis. Bas probeerde te bemiddelen, maar hij begreep het niet – hij was altijd al afstandelijker geweest.

Op een dag vond ik een briefje op Emily’s bed: ‘Ik ben bij Marieke. Maak je geen zorgen.’

Ik belde Marieke in paniek op.

‘Laat haar even,’ zei ze zacht. ‘Ze heeft ruimte nodig.’

‘En wat heb ík nodig?’ schreeuwde ik door de telefoon voordat ik ophing.

De weken werden maanden. Emily kwam alleen nog thuis om kleding te halen of geld te vragen. Marieke bleef onbereikbaar; ze nam mijn telefoontjes niet meer op.

Op een regenachtige middag stond ik voor Marieke’s deur. Ik hoorde gelach binnen – Emily’s stem, vrolijk en vrij. Ik klopte aan; Marieke deed open met een gespannen glimlach.

‘Kunnen we praten?’ vroeg ik.

Ze knikte en liet me binnen. Emily keek me nauwelijks aan.

‘Waarom doe je dit?’ vroeg ik zachtjes aan Marieke toen we even alleen waren in de keuken.

‘Omdat jij haar verstikt,’ fluisterde ze terug. ‘Ze heeft iemand nodig die luistert zonder te oordelen.’

‘En jij denkt dat jij dat beter kunt dan ik?’

Ze haalde haar schouders op. ‘Misschien wel.’

Die woorden staken harder dan ik had verwacht.

Na die dag zag ik Marieke nauwelijks meer. Emily vertrok uiteindelijk naar Utrecht om te studeren – iets wat ze zelf had geregeld, zonder mijn hulp of goedkeuring.

Het huis voelde leeg zonder haar gelach, zonder de ruzies zelfs. Bas en ik groeiden uit elkaar; hij vond troost in zijn werk en ik in lange wandelingen door het bos waar Marieke en ik ooit speelden als kinderen.

Soms zie ik Marieke nog in de stad, samen met Emily op een terras. Ze lachen samen zoals wij vroeger lachten – een pijnlijke herinnering aan wat ooit was.

Ik vraag me af: had ik anders moeten reageren? Had ik moeten loslaten, zoals zij zei? Of heb ik juist gevochten voor wat van mij was?

Misschien is dat wel het ergste van alles: dat je nooit weet wanneer je moet vasthouden en wanneer je moet laten gaan.

Wat zouden jullie hebben gedaan? Is het ooit mogelijk om alles goed te doen als moeder én als vriendin?