De verjaardag die mijn gezin brak: De prijs van een moederdroom
‘Mam, je kunt dit toch niet menen? Al dat geld, voor één avond?’
De stem van mijn zoon Mark trilt van woede. Ik sta in de keuken, mijn handen nog nat van het afwassen, en kijk hem aan. Zijn ogen zijn donker, zijn kaak gespannen. Naast hem staat Sophie, zijn vrouw, haar armen over elkaar geslagen. Ze zegt niets, maar haar blik spreekt boekdelen.
‘Mark, het is mijn geld. Ik heb er jaren voor gespaard. Mag ik dan niet één keer iets voor mezelf doen?’ Mijn stem klinkt zachter dan ik wil. Ik voel me klein, alsof ik me moet verantwoorden voor een misdaad.
Hij schudt zijn hoofd. ‘Je weet dat wij het moeilijk hebben. De hypotheek, de kinderopvang… En dan smijt jij alles weg aan een feest? Voor wie doe je dit eigenlijk?’
Ik slik. Voor wie doe ik dit? Voor mezelf, ja. Maar ook voor hen. Voor de familie die steeds verder uit elkaar lijkt te drijven. Voor de herinneringen die ik wil maken voordat het te laat is.
De stilte die volgt is zwaar. Ik hoor het tikken van de klok boven het fornuis, het zachte gezoem van de koelkast. Sophie zucht en draait zich om. ‘Kom Mark, laat haar maar. Ze doet toch altijd wat ze zelf wil.’
Ze lopen weg, de gang in, de voordeur slaat dicht. Ik blijf achter met een brok in mijn keel en een leegte in mijn borst die ik niet kan vullen.
Die avond zit ik alleen aan de keukentafel. De uitnodigingen liggen verspreid voor me. Mijn zestigste verjaardag – een mijlpaal waar ik al jaren naar uitkeek. Ik zie mezelf nog zitten op de bank bij de notaris, elke maand een beetje geld opzijzetten. Niet voor een cruise of een nieuwe auto, maar voor één groot feest met iedereen die ik liefheb.
Mijn dochter Anneke belt. ‘Mam, wat is er gebeurd? Mark belde net helemaal overstuur.’
Ik vertel haar alles. Over het geld, het feest, de ruzie.
‘Mam…’ Ze zucht diep. ‘Misschien had je het eerst met hen moeten bespreken.’
‘Het is mijn geld,’ zeg ik weerbarstig.
‘Dat weet ik. Maar je weet hoe Mark is. Hij voelt zich altijd tekortgedaan.’
Ik voel tranen prikken achter mijn ogen. ‘Ik wilde gewoon één keer iets moois doen. Voor ons allemaal.’
‘Ik snap het, mam. Echt waar. Maar misschien moet je hem even laten afkoelen.’
De dagen daarna voel ik me als een indringer in mijn eigen huis. Mark stuurt geen berichtjes meer, Sophie reageert niet op mijn appjes over de kinderen. Zelfs kleine Daan en Lotte lijken verder weg dan ooit.
De voorbereidingen voor het feest gaan door – tenminste, dat probeer ik mezelf wijs te maken. Ik bestel bloemen bij de bloemist op de hoek, proef taart bij bakkerij Van Dijk, bespreek het menu met cateringbedrijf De Gouden Lepel. Maar alles voelt hol en leeg zonder Marks goedkeuring.
Op een avond zit ik in de woonkamer als mijn man Jan thuiskomt van zijn vrijwilligerswerk bij de voetbalclub.
‘Wat is er toch met jou?’ vraagt hij terwijl hij zijn jas ophangt.
Ik vertel hem over de ruzie met Mark.
Jan schudt zijn hoofd. ‘Kinderen denken altijd dat ze recht hebben op alles wat wij hebben opgebouwd.’
‘Misschien heeft hij wel gelijk,’ fluister ik. ‘Misschien ben ik egoïstisch.’
Jan pakt mijn hand vast. ‘Jij hebt altijd alles voor ze gedaan. Nu mag jij ook eens aan jezelf denken.’
Maar zelfs zijn woorden kunnen het schuldgevoel niet wegnemen.
De dag van het feest breekt aan. Het huis is versierd met slingers en ballonnen in zachte pasteltinten – precies zoals ik het vroeger altijd deed voor hun verjaardagen. De geur van versgebakken appeltaart vult de kamer.
Anneke komt als eerste binnen met haar man Bas en hun kinderen. Ze omhelst me stevig.
‘Gefeliciteerd mam! Je ziet er prachtig uit.’
Ik glimlach dankbaar, maar mijn ogen dwalen steeds naar de deur. Waar blijft Mark?
Gasten druppelen binnen – oude vrienden van vroeger, buren, collega’s van Jan. Iedereen lacht, proost en haalt herinneringen op aan vroeger tijden.
Maar Mark blijft weg.
Rond acht uur gaat eindelijk de bel. Mijn hart slaat over als ik hem zie staan – Mark, met Sophie en de kinderen aan zijn hand.
‘Gefeliciteerd mam,’ zegt hij kortaf terwijl hij me een zoen op de wang geeft.
Sophie knikt stijfjes en duwt Daan naar voren met een cadeautje.
‘Dankjewel lieverd,’ zeg ik zacht tegen mijn kleinzoon terwijl ik hem omhels.
Het feest gaat verder, maar er hangt een spanning in de lucht die niemand lijkt te kunnen doorbreken. Mark blijft op afstand, praat nauwelijks met mij of Jan. Sophie zit zwijgend naast hem, haar blik strak op haar telefoon gericht.
Later op de avond zoek ik Mark op in de tuin, waar hij staat te roken.
‘Mark… Kunnen we praten?’
Hij haalt zijn schouders op.
‘Ik snap dat je boos bent,’ begin ik voorzichtig. ‘Maar dit was belangrijk voor mij.’
Hij kijkt me aan, zijn ogen glanzen in het schijnsel van de tuinlampen.
‘Weet je wat het is mam? Jij hebt altijd alles geregeld. Altijd gezorgd dat iedereen zich goed voelde – behalve jezelf misschien. Maar nu… Nu voelt het alsof je ons buitensluit.’
Ik slik moeizaam.
‘Dat was nooit mijn bedoeling.’
Hij schudt zijn hoofd en gooit zijn sigaret weg.
‘Weet je wat Sophie zei? Dat jij nooit naar ons luistert. Dat je altijd denkt dat jij het beter weet.’
Zijn woorden snijden dieper dan ik wil toegeven.
‘Misschien heb je gelijk,’ fluister ik. ‘Misschien ben ik te veel bezig geweest met zorgen voor anderen… En nu wilde ik één keer iets voor mezelf doen.’
Mark kijkt weg.
‘Ik weet het niet mam… Misschien moeten we gewoon even afstand nemen.’
Hij draait zich om en loopt terug naar binnen.
Die nacht lig ik wakker in bed naast Jan, die zachtjes snurkt. Ik staar naar het plafond en vraag me af waar het misging. Had ik meer moeten luisteren? Minder moeten geven? Of juist meer?
De weken na het feest blijven Mark en Sophie afstandelijk. De foto’s van die avond staan nog steeds ongeopend in onze familie-appgroep. Anneke probeert te bemiddelen, maar zelfs zij kan de kloof niet dichten.
Op een dag sta ik voor de spiegel in de badkamer en kijk naar mezelf – naar de rimpels rond mijn ogen, de grijze haren bij mijn slapen.
Was het allemaal waard? Eén avond vol lichtjes en muziek, in ruil voor maanden stilte en verwijten?
Of is dit gewoon hoe families werken – vol liefde én pijn?
Wat denken jullie? Is het egoïstisch om als moeder eindelijk eens iets voor jezelf te willen doen?