Een Kinderspel dat Alles Veranderde: Hoe Mijn Vriendschap met Sanne Op het Spel Stond
‘Kan ze niet gewoon even alleen spelen of naar de tv kijken?’ De stem van mijn man, Jeroen, trilde van irritatie terwijl hij zijn laptop dichtklapte. Ik voelde mijn wangen gloeien van schaamte. Sanne zat tegenover me aan de keukentafel, haar ogen groot en vochtig, haar zoontje Daan op schoot. Daan was drie en had net voor de derde keer in tien minuten zijn beker limonade omgestoten.
‘Sorry,’ fluisterde Sanne, terwijl ze met trillende handen een doekje pakte. ‘Hij is gewoon zo druk de laatste tijd.’
Ik keek naar Jeroen, die zijn blik afwendde en naar de woonkamer liep. De spanning in huis was tastbaar. Ik wist dat hij het niet slecht bedoelde, maar sinds Sanne moeder was geworden, was alles veranderd. Onze vriendschap, ooit zo vanzelfsprekend, voelde nu als een broos porseleinen kopje dat elk moment kon breken.
Het begon allemaal toen Sanne zwanger werd. We waren al vriendinnen sinds de brugklas in Utrecht, deelden alles: geheimen, liefdesverdriet, dromen over verre reizen. Maar toen Daan geboren werd, veranderde haar wereld – en daarmee de onze. Haar Instagram stond vol met foto’s van Daan: slapend, lachend, huilend, in bad, op het potje. Zelfs haar profielfoto’s op WhatsApp en Facebook waren allemaal van hem. Ik scrolde erlangs en voelde een steek van jaloezie en verdriet. Waar was Sanne gebleven?
‘Je bent veranderd,’ zei ik op een avond voorzichtig tegen haar via WhatsApp. ‘Ik mis je.’
Ze reageerde pas uren later: ‘Sorry, ik ben zo moe. Daan sliep weer niet vannacht.’
Jeroen merkte het ook. ‘Ze praat nergens anders meer over dan over die kleine,’ zei hij op een avond terwijl we samen op de bank zaten. ‘Het is alsof jij niet meer bestaat voor haar.’
Ik verdedigde haar – natuurlijk deed ik dat – maar diep vanbinnen voelde ik hetzelfde. Toch bleef ik haar uitnodigen voor koffie, probeerde ik gesprekken te voeren over vroeger, over onze dromen. Maar altijd kwam het gesprek terug op Daan: zijn eerste stapjes, zijn eerste woordjes (‘auto’), zijn driftbuien.
Op een dag besloot ik Sanne uit te nodigen voor een middagje bij ons thuis. ‘Neem Daan maar mee,’ zei ik opgewekt aan de telefoon. ‘Jeroen is thuis, dus we kunnen lekker bijkletsen.’
Die middag verliep alles anders dan gepland. Daan was onrustig, gooide speelgoed door de kamer en wilde alleen maar bij zijn moeder zitten. Sanne probeerde hem te sussen met koekjes en filmpjes op haar telefoon, maar niets hielp. Jeroen probeerde zich afzijdig te houden, maar na het derde glas limonade op de vloer was zijn geduld op.
‘Kan ze niet gewoon even alleen spelen of naar de tv kijken?’ vroeg hij hardop.
Sanne keek gekwetst op. ‘Hij is nog klein, Jeroen.’
‘Ja, maar je kunt hem toch niet overal bij betrekken? We wilden gewoon even rustig koffie drinken.’
De stilte die volgde was ondraaglijk. Sanne stond langzaam op en pakte haar jas.
‘Misschien is het beter als we gaan,’ zei ze zacht.
Ik voelde tranen prikken achter mijn ogen. ‘Nee, blijf alsjeblieft…’
Maar ze schudde haar hoofd en liep zonder om te kijken de deur uit.
Die avond zat ik lang na te denken aan de keukentafel. Jeroen kwam naast me zitten en legde zijn hand op de mijne.
‘Het spijt me,’ zei hij zacht. ‘Ik had niet zo moeten reageren.’
‘Het is niet alleen jouw schuld,’ fluisterde ik. ‘Misschien ben ik ook veranderd.’
De dagen daarna hoorde ik niets van Sanne. Geen appjes, geen likes op mijn foto’s – zelfs geen reactie op mijn pogingen tot contact. Ik voelde me leeg en schuldig. Was ik een slechte vriendin? Had ik haar onderschat? Of was het gewoon onvermijdelijk dat onze levens uit elkaar groeiden?
Na een week besloot ik haar op te zoeken. Ik fietste door de regen naar haar flat in Overvecht, mijn hart bonzend in mijn borstkas. Toen ze de deur opendeed, zag ik meteen dat ze gehuild had.
‘Mag ik binnenkomen?’ vroeg ik zacht.
Ze knikte en liet me binnen. Daan zat in zijn pyjama voor de tv, zijn duim in zijn mond.
‘Het spijt me,’ begon ik meteen. ‘Voor alles. Voor Jeroen, voor mezelf… Ik weet gewoon niet meer hoe ik met je moet praten zonder dat alles over Daan gaat.’
Sanne zuchtte diep en veegde een traan weg.
‘Ik weet het,’ zei ze zacht. ‘Ik ben mezelf ook kwijtgeraakt sinds hij er is. Soms voel ik me zo alleen… Alsof niemand begrijpt hoe zwaar het is.’
We zaten samen op de bank en praatten urenlang – over vroeger, over nu, over hoe moeilijk het is om jezelf niet te verliezen als moeder én vriendin.
‘Denk je dat we ooit weer worden zoals vroeger?’ vroeg ik voorzichtig.
Sanne glimlachte flauwtjes. ‘Misschien niet precies zoals vroeger… Maar misschien kunnen we iets nieuws vinden.’
Toen ik die avond naar huis fietste, voelde ik me opgelucht maar ook verdrietig. Vriendschap verandert – soms langzaam, soms abrupt – maar wat blijft erover als alles anders wordt? Kun je elkaar opnieuw vinden als je elkaar kwijt bent geraakt?
Misschien is dat wel de grootste uitdaging van volwassen worden: leren loslaten zonder elkaar echt te verliezen.
Wat denken jullie? Hebben jullie ooit een vriendschap zien veranderen door kinderen of andere grote gebeurtenissen? Hoe ga je daarmee om?