“Je bent niet cool genoeg, oma!” – Het gebroken hart van een grootmoeder

‘Oma, kun je me alsjeblieft niet ophalen van school vandaag?’

De woorden van Lotte snijden door mijn ziel als een mes. Ik sta in de keuken, mijn handen trillend boven het aanrecht, terwijl ik haar stem nog hoor nagalmen. Mijn dochter Marieke kijkt me aan, haar blik vol ongemak. ‘Mam, ze bedoelt het niet zo. Het is gewoon… puberteit.’

Maar ik weet beter. Lotte’s ogen weken weg toen ze het zei, haar wangen rood van schaamte. ‘Je bent niet cool genoeg, oma. De andere oma’s dragen sneakers en hebben Instagram. Jij…’ Ze stopte, maar ik wist wat ze bedoelde. Mijn grijze haar, mijn wollen vest, mijn oude Nokia-telefoon. Ik was een relikwie uit een andere tijd.

Die avond lig ik wakker in bed. De regen tikt tegen het raam, en in het donker voel ik de leegte naast me waar Jan vroeger lag. Sinds zijn dood is Lotte mijn zonnetje geweest. Haar eerste stapjes, haar slaperige hoofdje op mijn schouder na een logeerpartijtje – alles draaide om haar. En nu? Nu ben ik een bron van schaamte.

De volgende ochtend besluit ik het gesprek aan te gaan. ‘Lotte,’ begin ik voorzichtig als ze haar ontbijt eet, ‘weet je nog dat we samen koekjes bakten voor je verjaardag?’ Ze knikt, zonder op te kijken van haar telefoon.

‘Vond je dat leuk?’

Ze haalt haar schouders op. ‘Ja, maar dat is lang geleden, oma.’

‘Wat is er veranderd?’ vraag ik zacht.

Ze zucht diep. ‘Iedereen op school heeft een hippe oma. Die posten foto’s op TikTok en gaan mee naar festivals. Jij…’

‘Ik ben gewoon mezelf,’ zeg ik, mijn stem breekt bijna. ‘Is dat niet genoeg?’

Ze kijkt me eindelijk aan, haar ogen waterig. ‘Ik weet het niet, oma. Soms wil ik gewoon normaal zijn.’

Normaal. Wat is normaal? In mijn jeugd was normaal dat je respect had voor ouderen, dat je samen aan tafel at en dat je blij was met wat je had. Nu lijkt alles te draaien om likes en volgers.

Marieke belt me later die dag. ‘Mam, maak je niet druk. Het is een fase.’ Maar ik kan het niet loslaten. Ik voel me oud, overbodig. Alsof de wereld om me heen sneller draait dan ik kan bijhouden.

Die week probeer ik me aan te passen. Ik koop een paar witte sneakers – veel te duur – en laat Lotte me uitleggen hoe Instagram werkt. Ze lacht als ik per ongeluk een foto van mijn duim post in plaats van de appelbomen in de tuin.

‘Oma, je bent hopeloos!’ roept ze uit, maar er zit iets zachts in haar stem.

Toch voel ik me verloren tussen de filters en hashtags. Ik snap de grapjes niet die ze online maakt met haar vrienden. Ik mis de tijd dat we samen naar de eendjes gingen of hutten bouwden in het bos.

Op een dag komt Lotte thuis met rode ogen. Ze gooit haar tas op de grond en vlucht naar haar kamer. Marieke schudt haar hoofd: ‘Ze heeft ruzie gehad met haar beste vriendin.’

Ik aarzel even voor haar deur, klop dan zachtjes aan. ‘Mag ik binnenkomen?’

Geen antwoord.

Ik open de deur toch en zie haar op bed liggen, haar gezicht in het kussen gedrukt.

‘Lotte…’

Ze draait zich om, mascara uitgelopen over haar wangen.

‘Wil je praten?’ vraag ik voorzichtig.

Ze schudt haar hoofd, maar als ik naast haar ga zitten, grijpt ze mijn hand vast.

‘Waarom is alles zo moeilijk, oma?’ snikt ze.

Ik streel haar haren zoals vroeger. ‘Omdat je groeit, lieverd. En groeien doet soms pijn.’

Ze kijkt me aan met grote ogen. ‘Ben jij ooit onzeker geweest?’

Ik lach zachtjes. ‘Elke dag nog steeds een beetje.’

Ze glimlacht flauwtjes en kruipt tegen me aan. Voor het eerst in weken voel ik ons weer verbonden.

De dagen daarna verandert er iets tussen ons. We maken samen foto’s in de tuin – zij regisseert, ik poseer onhandig met een gietertje in mijn hand. Ze laat me zien hoe je filters gebruikt en samen lachen we om mijn pogingen tot duckface.

Toch blijft er iets knagen. Ben ik mezelf kwijtgeraakt in mijn poging om erbij te horen? Of is dit gewoon liefde – jezelf aanpassen voor iemand die je dierbaar is?

Op een zondagmiddag zitten we samen op de bank als Marieke binnenkomt met een stapel oude fotoalbums.

‘Kijk eens wat ik gevonden heb!’ zegt ze enthousiast.

We bladeren door vergeelde foto’s van mijn jeugd: zwart-witbeelden van mij op klompen in de polder, Jan die lacht met stro in zijn haar, Marieke als peuter met een ijsje in haar hand.

Lotte kijkt gefascineerd toe.

‘Oma, was jij echt zo jong?’ vraagt ze verbaasd.

‘Iedereen begint jong,’ zeg ik glimlachend.

Ze wijst naar een foto van mij op de fiets met een grote mand bloemen achterop.

‘Je ziet er gelukkig uit.’

‘Dat was ik ook,’ zeg ik zacht.

Lotte pakt mijn hand vast. ‘Sorry dat ik zo gemeen was laatst.’

Ik slik de brok in mijn keel weg en knik alleen maar.

Die avond stuurt Lotte me een berichtje: “Oma, jij bent misschien niet cool volgens Instagram, maar voor mij ben je de liefste.”

Tranen rollen over mijn wangen terwijl ik haar woorden lees.

De wereld verandert snel, soms sneller dan ik kan bijhouden. Maar misschien is het niet erg om af en toe stil te staan bij wie we zijn – en wie we voor elkaar willen zijn.

Is het erg om niet mee te kunnen met alle trends? Of is het juist waardevol om jezelf te blijven? Wat denken jullie?