Eén kleinkind is genoeg: Hoe mijn schoonmoeder mijn geluk in de weg stond

‘Eén kleinkind is genoeg, Marloes. Jullie moeten niet overdrijven.’

De woorden van mijn schoonmoeder, Ans, galmden nog na in de kleine keuken van ons rijtjeshuis in Amersfoort. Ik stond met trillende handen bij het aanrecht, een kop thee in mijn hand die ik nauwelijks kon vasthouden. Mijn man, Jeroen, keek zwijgend naar zijn moeder, zijn gezicht strak. Onze dochter Lotte zat aan tafel met een kleurboek, onbewust van de spanning die de lucht deed trillen.

‘Mam, dat kun je toch niet menen?’ probeerde Jeroen voorzichtig. Maar Ans haalde haar schouders op, alsof ze het weerbericht besprak en niet het lot van haar eigen familie.

‘Jullie hebben het al druk genoeg met Lotte. En ik ben geen oppasdienst, hè. Bovendien…’ Ze keek me aan met die kille blik die ik inmiddels zo goed kende. ‘Twee kinderen? In deze tijd? Wie doet dat nou nog?’

Ik voelde hoe mijn keel dichtkneep. Dit was niet de reactie waar ik op had gehoopt toen we het nieuws eindelijk durfden te delen. Jeroen en ik hadden wekenlang getwijfeld: was het wel het juiste moment? We hadden allebei drukke banen – hij als fysiotherapeut, ik als docent Nederlands op een middelbare school – en onze ouders waren niet meer de jongsten. Maar we voelden dat ons gezin niet compleet was met alleen Lotte.

Die avond lag ik wakker naast Jeroen. Zijn ademhaling was zwaar; ik wist dat hij ook niet sliep. ‘Denk je dat ze het meent?’ fluisterde ik in het donker.

‘Ze bedoelt het vast niet zo,’ mompelde hij, maar zijn stem klonk onzeker.

De weken daarna werd de sfeer alleen maar killer. Ans kwam minder vaak langs en als ze er was, ging het gesprek altijd over praktische zaken: boodschappen, het weer, haar bridgeclub. Over de baby werd gezwegen alsof het een schande was.

Op een zondagmiddag, tijdens een familiediner bij Jeroens broer Bas en zijn vrouw Kim, kwam het tot een uitbarsting. Kim was zwanger van hun eerste en werd door Ans overladen met aandacht en cadeautjes.

‘Wat leuk voor jullie, Bas! Eindelijk een kleinkind erbij,’ zei Ans stralend.

Ik voelde hoe mijn maag zich omdraaide. Lotte trok aan mijn mouw. ‘Mama, waarom krijgt tante Kim wel een knuffel van oma en jij niet?’ vroeg ze zachtjes.

Ik slikte de tranen weg en glimlachte flauwtjes naar haar. ‘Oma is gewoon een beetje druk vandaag, lieverd.’

Na het eten trok ik me terug in de tuin. Jeroen volgde me even later.

‘Dit kan zo niet langer,’ zei ik terwijl ik naar de donkere wolken boven ons keek. ‘Het voelt alsof ik ongewenst ben. Alsof ons kind ongewenst is.’

Jeroen zuchtte diep. ‘Ze is gewoon ouderwets. Ze denkt aan haar eigen gemak.’

‘Maar waarom doet ze zo? Waarom maakt ze onderscheid tussen haar kleinkinderen?’

Hij haalde zijn schouders op. ‘Misschien omdat Kim haar favoriete schoondochter is.’

Die nacht huilde ik in stilte. Ik voelde me verraden, niet alleen door Ans maar ook door Jeroen die geen kant koos. Mijn eigen ouders woonden in Groningen en waren te oud om vaak langs te komen; hun steun voelde ver weg.

De maanden vorderden en mijn buik groeide. De babykamer bleef leeg; ik kon me er niet toe zetten om hem in te richten. Lotte vroeg steeds vaker wanneer haar broertje of zusje zou komen en of oma dan ook zou komen kijken.

Op een dag, toen ik na een lange werkdag thuiskwam, vond ik Ans in onze woonkamer. Ze zat op de bank met Lotte op schoot.

‘Weet je wat oma heeft gezegd?’ riep Lotte enthousiast toen ik binnenkwam. ‘Dat ze geen tijd heeft voor nog een baby.’

Ans keek me aan zonder schaamte. ‘Ik wil gewoon eerlijk zijn, Marloes. Ik ben geen twintig meer. Ik heb mijn leven ook.’

‘Niemand vraagt u om op te passen,’ zei ik scherp. ‘We willen alleen dat u blij bent voor ons.’

Ze snoof. ‘Blij? In deze tijd? Met al die onzekerheid? Jullie denken alleen aan jezelf.’

Ik voelde hoe mijn woede overkookte. ‘En u dan? U denkt alleen aan uzelf! Dit kind verdient net zoveel liefde als Lotte of als het kind van Bas en Kim!’

Ans stond op, haar gezicht bleek van woede. ‘Jij weet niet wat opoffering is, meisje,’ siste ze voordat ze de deur achter zich dichttrok.

Na die dag verbrak ze elk contact. Jeroen probeerde haar te bellen, maar ze nam niet op. Zelfs toen onze zoon Thijs werd geboren – een prachtige jongen met donker haar en heldere ogen – bleef het stil van haar kant.

De kraamtijd was zwaar. Ik voelde me alleen, ondanks de felicitaties van vrienden en collega’s. Jeroen was lief voor me, maar zijn verdriet over de breuk met zijn moeder hing als een schaduw over ons gezin.

Op een dag stond Bas voor de deur met een bos bloemen.

‘Mam weet niet hoe ze hiermee om moet gaan,’ zei hij zachtjes terwijl hij Thijs bewonderde in zijn wiegje.

‘Dat is haar probleem,’ antwoordde ik bitter.

Bas knikte langzaam. ‘Misschien… misschien moet je haar toch nog eens bellen.’

Ik dacht aan alle keren dat ik mezelf had weggecijferd voor de lieve vrede. Aan hoe vaak ik had gehoopt dat Ans ooit zou veranderen.

Weken gingen voorbij zonder nieuws van haar kant. Tot op een dag Lotte thuiskwam uit school met tranen in haar ogen.

‘Oma was op het schoolplein,’ snikte ze. ‘Ze deed alsof ze me niet zag.’

Dat brak iets in mij. Die avond pakte ik de telefoon en belde Ans.

‘Waarom doet u dit?’ vroeg ik zonder omwegen toen ze eindelijk opnam.

Er volgde een lange stilte aan de andere kant van de lijn.

‘Ik ben bang,’ zei ze uiteindelijk zachtjes. ‘Bang dat ik tekortschiet als oma. Bang dat jullie me straks helemaal niet meer nodig hebben.’

Voor het eerst hoorde ik iets anders dan kilte in haar stem: onzekerheid, misschien zelfs spijt.

‘We hebben u nodig,’ zei ik zachtjes terug. ‘Maar we hebben ook recht op ons eigen geluk.’

Het bleef stil, maar iets was veranderd.

Langzaam kwam er weer contact – voorzichtig, onwennig, maar echt. Ans kwam op kraambezoek bij Thijs; ze hield hem vast alsof hij breekbaar was en huilde zachtjes zonder woorden te zeggen.

Soms denk ik terug aan die maanden vol spanning en verdriet. Hoe familie je kan breken én helen tegelijk. Hoe verwachtingen je kunnen verstikken, maar ook ruimte kunnen maken voor groei als je durft te praten over wat je echt voelt.

Hebben jullie ooit gevoeld dat familie je geluk in de weg stond? Of dat liefde soms betekent dat je elkaar moet loslaten om elkaar weer terug te vinden?