Mijn schoonmoeder eist dat ik weer het kerstdiner organiseer – maar dit keer zei ik NEE. Dit is waarom…

‘Marjolein, je weet toch dat jij het beste kan koken van ons allemaal? Het zou zo fijn zijn als jij weer het kerstdiner organiseert.’

De stem van mijn schoonmoeder, Ans, galmt nog na in mijn hoofd. Ik sta in de keuken, mijn handen trillend boven het aanrecht. De geur van koffie vult de ruimte, maar het brengt geen rust. Mijn man, Jeroen, zit aan tafel en kijkt me aan met die blik die zegt: ‘Laat je niet gek maken.’ Maar hij zegt niets. Zoals altijd.

‘Waarom moet ik altijd alles doen?’ fluister ik, meer tegen mezelf dan tegen hem. Mijn gedachten razen. Vorig jaar was een ramp. Ik had dagen in de keuken gestaan, alles tot in de puntjes geregeld. De kalkoen was perfect, de stoofpeertjes zacht en zoet, zelfs de vegetarische opties voor mijn zwager Martijn waren gelukt. Maar toen iedereen aan tafel zat, begon het.

‘Is dit nou alles?’ vroeg mijn schoonzusje Sanne, terwijl ze met haar vork in de salade prikte. ‘Bij mama was het altijd uitgebreider.’

Ans knikte instemmend. ‘Ja, vroeger hadden we altijd drie soorten vlees.’

Ik voelde hoe mijn wangen rood werden. Niemand leek te zien hoeveel moeite ik had gedaan. Jeroen keek weg, Martijn zat op zijn telefoon en kleine Lotte gooide haar eten op de grond. Ik slikte mijn tranen weg en lachte geforceerd.

Na afloop bleef ik alleen achter met de afwas. De rest zat in de woonkamer, lachend om oude verhalen die niet over mij gingen. Toen ik eindelijk aanschoof, was het toetje al bijna op.

‘Je moet het niet zo zwaar opnemen,’ zei Jeroen later die avond in bed. ‘Ze bedoelen het niet zo.’

Maar het voelde alsof ik onzichtbaar was. Alsof alles wat ik deed nooit genoeg was.

En nu, een jaar later, vraagt Ans doodleuk of ik het weer wil organiseren. Alsof er niets gebeurd is.

‘Ik wil het niet meer,’ zeg ik hardop tegen Jeroen.

Hij kijkt op van zijn laptop. ‘Wat bedoel je?’

‘Ik wil niet weer alles regelen voor kerst. Het is te veel. Niemand helpt, niemand waardeert het.’

Hij zucht. ‘Je weet hoe mijn moeder is… Ze bedoelt het goed.’

‘Dat is makkelijk gezegd als jij alleen maar hoeft aan te schuiven,’ bijt ik hem toe.

Er valt een stilte tussen ons. Ik voel me schuldig, maar ook boos. Waarom moet ik altijd degene zijn die zich aanpast?

De volgende dag belt Ans weer. Ik neem op met een knoop in mijn maag.

‘Marjolein! Heb je al nagedacht over het menu? Ik dacht zelf aan wild dit jaar, en misschien kun je die lekkere tiramisu weer maken?’

Ik haal diep adem. Mijn hart bonkt in mijn keel.

‘Ans… Ik wil graag eerlijk zijn. Vorig jaar was heel zwaar voor mij. Ik heb alles alleen gedaan en voelde me niet gewaardeerd. Dit jaar wil ik het anders doen.’

Aan de andere kant blijft het stil.

‘Wat bedoel je?’ vraagt ze uiteindelijk.

‘Ik wil niet weer alles alleen doen. Als we samen kerst vieren, moeten we het samen organiseren. Iedereen kan iets meenemen of doen.’

Ans klinkt gekwetst. ‘Maar dat is toch traditie? De vrouw van de oudste zoon organiseert het diner.’

‘Misschien is het tijd voor een nieuwe traditie,’ zeg ik zacht.

Ze zucht diep. ‘Nou… daar moet ik even over nadenken.’

Als ik ophang voel ik me opgelucht én schuldig tegelijk. Heb ik nu alles verpest? Of eindelijk voor mezelf gekozen?

De dagen erna is de sfeer gespannen. Jeroen zegt weinig, maar ik zie dat hij zich ongemakkelijk voelt. Op zondag komt hij thuis met een bos bloemen.

‘Je hebt gelijk,’ zegt hij zacht. ‘Het is niet eerlijk dat alles op jouw schouders komt.’

Ik glimlach flauwtjes en voel een traan over mijn wang rollen.

Een week later krijg ik een appje van Sanne: ‘Mam zegt dat jij geen zin hebt in kerst dit jaar? Wat is er aan de hand?’

Ik twijfel even voordat ik antwoord: ‘Ik wil graag samen kerst vieren, maar niet alles alleen regelen. Misschien kunnen we taken verdelen?’

Het blijft lang stil, maar uiteindelijk komt er een reactie: ‘Oké, laten we afspreken en samen plannen.’

Op de dag van de afspraak zit ik met klamme handen aan tafel bij Ans thuis. Sanne kijkt me onderzoekend aan, Martijn staart uit het raam.

‘Dus…’ begin ik voorzichtig, ‘ik dacht dat we misschien allemaal iets kunnen bijdragen dit jaar? Iedereen maakt een gerecht of helpt met opruimen?’

Ans trekt haar wenkbrauwen op. ‘Dat is wel anders dan we gewend zijn.’

Jeroen legt zijn hand op de mijne. ‘Mam, Marjolein heeft vorig jaar alles alleen gedaan. Dat is gewoon te veel.’

Martijn knikt ineens. ‘Ik kan wel een dessert maken. En Sanne is goed in salades.’

Sanne haalt haar schouders op. ‘Prima, als iedereen wat doet.’

Ans lijkt even te willen protesteren, maar dan zucht ze diep en knikt langzaam.

‘Goed dan… laten we het proberen.’

De weken tot kerst verlopen gespannen maar hoopvol. Iedereen stuurt recepten rond in de familie-app en er wordt zelfs gelachen om mislukte probeersels van Martijn.

Op kerstavond zit ik aan tafel zonder stressvlekken in mijn nek of pijn in mijn rug van het koken. We proosten samen en voor het eerst voel ik me echt onderdeel van de familie – niet alleen als kok of hulpje, maar als mens.

Na afloop helpt iedereen met opruimen en zelfs Ans glimlacht als ze ziet hoe soepel alles verloopt.

Later die avond zit ik met Jeroen op de bank.

‘Zie je wel?’ zegt hij zacht. ‘Soms moet je gewoon zeggen wat je nodig hebt.’

Ik kijk naar hem en voel me sterker dan ooit.

Hebben jullie ook wel eens moeite gehad om je grenzen aan te geven binnen de familie? Of voel je je soms ook onzichtbaar tijdens zulke dagen? Wat zouden jullie doen in mijn situatie?