Een Moederhart Gebroken: Het Verhaal van Barbara en Tyler

‘Tyler? Tyler, ben jij dat?’ Mijn stem trilt, mijn hand half geheven, terwijl ik tussen de mensenmassa in het Vondelpark sta. Hij kijkt me aan, zijn blik koel, zijn ogen glijden langs me alsof ik een vreemde ben. ‘Sorry mevrouw, ik denk dat u zich vergist,’ zegt hij, zijn stem vlak. Mijn hart slaat een slag over. Ik voel de grond onder mijn voeten wegzakken.

Hoe is het zover gekomen? Hoe kan mijn eigen zoon, mijn vlees en bloed, mij zo negeren? Ik herinner me de nachten dat ik wakker lag, luisterend naar zijn ademhaling toen hij nog klein was. De keren dat ik hem troostte na een nachtmerrie, zijn hoofdje tegen mijn borst gedrukt. Ik heb alles voor hem gedaan. Alles opgegeven.

‘Barbara, je moet aan jezelf denken,’ zei mijn moeder altijd. Maar hoe kon ik? Na de scheiding met Erik stond ik er alleen voor. Tyler was nog maar zes. Erik vertrok naar Groningen met zijn nieuwe vriendin en liet ons achter in een krap appartement in Amsterdam-West. Ik werkte dubbele diensten in het ziekenhuis, draaide nachten en weekenden om de huur te betalen. Tyler’s kinderhandje in de mijne als we samen boodschappen deden bij de Albert Heijn, zijn ogen groot als hij vroeg: ‘Mama, waarom woont papa niet meer bij ons?’

Ik slik de tranen weg terwijl ik Tyler nakijk. Hij loopt verder, zijn rug recht, zijn schouders gespannen. Alsof hij bang is dat ik hem alsnog zal aanspreken. Mijn benen voelen zwaar. Ik wil hem achterna rennen, hem vastpakken, schudden en schreeuwen: ‘Ik ben je moeder! Hoe kun je me zo behandelen?’ Maar ik blijf staan. Bevroren.

De dagen daarna spoken herinneringen door mijn hoofd. De eerste keer dat Tyler niet thuiskwam na school – hij was dertien en had gelogen dat hij bij een vriend bleef slapen. De ruzies om huiswerk, zijn gesloten houding toen hij ouder werd. ‘Je begrijpt me niet!’ riep hij eens, de deur zo hard dichtslaand dat het glas trilde.

Mijn zus Marieke zei altijd: ‘Je verwent hem te veel, Bar. Je moet grenzen stellen.’ Maar hoe kon ik streng zijn als ik wist hoeveel pijn hij had? Ik probeerde alles goed te maken wat Erik had aangericht. Nieuwe schoenen als hij weer eens gepest werd op school omdat zijn oude versleten waren. Extra zakgeld zodat hij erbij hoorde.

Op Tyler’s achttiende verjaardag bakte ik zijn favoriete appeltaart. Hij kwam niet opdagen. Een appje: ‘Ben bij vrienden, mam.’ Ik at alleen aan tafel, keek naar de lege stoel tegenover me en voelde me ouder dan ooit.

De afstand tussen ons werd groter naarmate hij ouder werd. Hij ging studeren aan de UvA, kreeg nieuwe vrienden, een vriendin – Sanne – die me nauwelijks groette als ze langskwam. ‘Je hoeft niet altijd te bellen, mam,’ zei hij eens geërgerd toen ik vroeg of hij zin had om te komen eten.

En nu dit. In het park. Zijn blik die door me heen snijdt als een mes.

Die avond zit ik op de bank met een kop thee die koud wordt in mijn handen. De stilte in huis is oorverdovend. Ik pak mijn telefoon en scrol door oude foto’s: Tyler als baby in bad, Tyler met zijn eerste fietsje, Tyler op de basisschool met een gapend gat waar zijn voortand zat.

Ik besluit Marieke te bellen. ‘Hij deed alsof hij me niet kende,’ snik ik in de telefoon.

‘Misschien schaamt hij zich,’ zegt ze voorzichtig. ‘Of misschien heeft hij het gewoon moeilijk met zichzelf.’

‘Maar waarom? Wat heb ik verkeerd gedaan?’

‘Bar… soms kun je alles geven en is het nog niet genoeg.’

Ik hang op en staar naar het plafond. Is dit het lot van moeders? Alles geven en uiteindelijk alleen achterblijven?

De dagen worden weken. Ik probeer Tyler te bellen, stuur berichtjes – geen reactie. Op Facebook zie ik foto’s van hem op festivals, lachend met vrienden die ik niet ken. Mijn hart krimpt telkens als ik zijn naam zie verschijnen.

Op een zondagmiddag besluit ik naar zijn appartement te gaan in De Pijp. Ik sta voor de deur met een zak vol boodschappen – zijn favoriete chocopasta, verse jus d’orange – en klop aan. Sanne doet open.

‘Oh… Barbara,’ zegt ze ongemakkelijk.

‘Is Tyler thuis?’

Ze aarzelt even. ‘Hij is druk met studeren.’

‘Mag ik hem even spreken?’

Ze zucht en draait zich om. Even later verschijnt Tyler in de deuropening, zijn gezicht strak.

‘Mam, wat doe je hier?’

‘Ik… Ik wilde gewoon even langsbrengen…’

‘Je hoeft dat niet meer te doen,’ onderbreekt hij me kortaf.

‘Tyler… waarom doe je zo? Wat heb ik je misdaan?’

Hij kijkt weg, schudt zijn hoofd. ‘Laat het gewoon even rusten, oké? Ik heb ruimte nodig.’

De deur gaat dicht voor mijn neus.

Op de terugweg regent het zachtjes. Fietsend door de stad voel ik de druppels op mijn gezicht – of zijn het tranen? Ik weet het niet meer.

Thuis wacht alleen de stilte weer op me. Ik probeer mezelf wijs te maken dat het wel goedkomt, dat hij terug zal komen als hij ouder is, als hij zelf kinderen krijgt misschien.

Maar diep vanbinnen weet ik dat sommige wonden niet helen met tijd alleen.

Soms vraag ik me af: Had ik hem meer moeten loslaten? Had ik harder moeten zijn? Of is liefde soms gewoon niet genoeg?

Wat denken jullie? Kan liefde echt alles overwinnen – of verliezen we soms juist door te veel te geven?